Tijdstip van slapengaan hangt samen met hartgezondheid

Het ideale tijdstip om naar bed te gaan is tussen 22.00 en 23.00 uur. Zowel eerder als later inslapen, gaat gepaard met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 88.000 volwassenen uit het Verenigd Koninkrijk.

Ook vroeg slapen nadelig

De deelnemers waren bij het begin van het onderzoek tussen 43 en 79 jaar oud. Gedurende 7 dagen droegen ze een “activity-tracker”, waarmee het tijdstip van inslapen werd gemeten. Vervolgens zijn de deelnemers gemiddeld 5,7 jaar gevolgd en is bijgehouden of ze hart- en vaatziekten ontwikkelden. De kans daarop bleek het kleinst bij deelnemers die tussen 22.00 en 23.00 uur gingen slapen. Deelnemers die na middernacht naar bed gingen, bleken 25 procent meer kans op hart- en vaatziekten te hebben. Bij deelnemers die tussen 23.00 en middernacht naar bed gingen, was de kans 12 procent groter. Ook vroeg gaan slapen – voor 22.00 uur – ging gepaard met een verhoogd risico van 24 procent.

Biologische klok

Het is al langer bekend dat een goede nachtrust belangrijk is voor de hartgezondheid. Uit eerder onderzoek blijkt dat zowel te kort als te lang slapen gepaard gaat met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Maar dat ook het tijdstip van inslapen van invloed is, was nog niet eerder aangetoond. De onderzoekers benadrukken wel dat er alleen associaties zijn gevonden in de studie en dat oorzakelijke verbanden niet zijn aangetoond. Toch denken ze dat zowel vroeg als laat inslapen de biologische klok verstoort, wat nadelige gevolgen heeft voor de hartgezondheid. Het meest risicovol is na middernacht gaan slapen. Waarschijnlijk komt dit omdat het de kans verkleint op het zien van ochtendlicht, terwijl dat zo belangrijk is voor het goed afstellen van de biologische klok.

Bron: European Society of Cardiology