Meer geluk en welzijn door sport 

Sporten draagt aantoonbaar bij aan het gevoel van geluk en welzijn van Nederlanders. Dit blijkt uit onderzoek van de HAN University of Applied Sciences. Voor mensen die kampen met neerslachtigheid en ernstige eenzaamheid is de welzijnswinst bij sporten 3 keer zo groot.  

Welzijnswinst

Volwassenen die sporten, doen dat gemiddeld 3 uur per week. Volgens de onderzoekers zorgt elk uur sporten per week gemiddeld voor een toename van 0,02 punt op een schaal van 0-10 in welzijn. De meeste welzijnswinst zit in het eerste uur sporten. Elk uur extra sporten levert een toename van welzijn op, al neemt de bijdrage per extra uur wel af na 4 uur sporten. 

Sport als medicijn

Sporten heeft het grootste effect op Nederlanders die kampen met een slechte gezondheid, neerslachtigheid, ernstige eenzaamheid of een laag zelfvertrouwen. Het welzijn van deze groep is aanzienlijk lager dan gemiddeld. De wetenschappers onderzochten niet of sport neerslachtige of eenzame gevoelens voorkomt of oplost. Maar de onderzoeksgegevens tonen wel aan dat sport leidt tot meer geluk en welzijn. Volgens de onderzoekers kan sport voor deze groepen worden gezien als een medicijn waarmee het persoonlijke geluk en welbevinden kan worden verhoogd.

De waarde van sport

Sport en bewegen is essentieel voor ons welzijn, maar de waarde ervan is moeilijk te meten en zichtbaar te maken. Daarom maakten de onderzoekers gebruik van de zogenoemde compensatiemethode waarin het effect van sport op ons welzijn afgezet wordt tegen het benodigde inkomen dat dezelfde welzijnswinst oplevert. Volgens deze methode zorgt wekelijks een uur sporten voor evenveel welzijn als 245 euro extra inkomen per maand. Bij een gemiddelde van 3 uur per week sporten komt dan overeen met een de welzijnwinst die iemand ervaart bij 735 euro extra inkomen per maand. Voor mensen die neerslachtige of eenzame gevoelens ervaren kan de welzijnswinst van wekelijks slechts 1 uur sporten al oplopen tot 738 euro per uur. 

Over het onderzoek

Voor het onderzoek maakte de HAN gebruik van een paneldatabase van 1.925 personen tussen de 21 en 65 jaar. Deze personen werden over minstens 6 jaar op 40 verschillende variabelen gecontroleerd die mogelijk het sport- en beweeggedrag beïnvloeden, zoals leeftijd, opleidingsniveau en gezondheid. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Kenniscentrum Sport & Bewegen. 

Bron: Alles over sport