‘Voeding is in de zorg nog onderbelicht’

U zegt in uw oratie: ‘Voeding wordt in de zorg onderbelicht’. Waarom vindt u dat?

‘Voeding is heel belangrijk in het leven van mensen. Bovendien is het een bepalende factor voor de gezondheid. Goed en smakelijk eten wordt nog belangrijker voor mensen die ziek of hoogbejaard zijn, of die zijn opgenomen in een instelling. Toch staat in veel instellingen voeding op de sluitpost van de begroting. Er wordt veel te veel gedacht vanuit economische belangen: wat kost de voeding en hoe kunnen we het zo goedkoop mogelijk produceren? Daardoor worden er maaltijden geserveerd die niet passen bij de wensen, de smaak en de behoeften van de patiënten. Met als logisch gevolg dat veel mensen hun eten niet opeten. En ook dát wordt vervolgens niet opgemerkt. Er zou echt veel meer aandacht moeten komen voor goede voeding.‘

Welke winst valt er dan te behalen?

‘Allereerst dus het welbevinden van de patiënt. En dat is heel belangrijk, al kun je het niet altijd vastleggen in percentages ondervoeding of in verminderde ligdagen. Wat dat laatste betreft, het meten van “harde” effecten, is het resultaat van onze laatste interventiestudie bij ouderen met een heupfractuur teleurstellend. De patiënten die intensieve voedingsbegeleiding kregen, bleven beter op gewicht en kregen meer eiwit en energie binnen dan de controlegroep. Toch was er geen meetbaar positief effect op hun herstel of revalidatie. Er zijn inmiddels meer studies die niet hebben kunnen aantonen dat het behandelen van ondervoeding bij ouderen een gunstig effect heeft op herstel en ligduur. Wat dat betreft snap ik het argument van de Gezondheidsraad om in hun rapport terughoudend te zijn in het bestrijden van ondervoeding bij ouderen. Maarde andere kant is: voedingsinterventie is wel degelijk belangrijk, vanuit het oogpunt van het welzijn van de patiënt. In onze studie werd die begeleiding zeer gewaardeerd.’

Wat voor begeleiding wil de patiënt?

‘In onze studie bij patiënten met een heupfractuur hebben we gebruik gemaakt van flesjes drinkvoeding. Heel efficiënt natuurlijk om de eiwit- en energie-inname op te krikken. Maar nu, achteraf, denk ik dat je met normale voeding veel meer mogelijkheden hebt in smaak en in het inspelen op de wensen van de patiënt. Ik ben daarom nu bezig met het opzetten van een nieuwe studie. Daarin gaan we samen met een cateraar en diëtisten experimenteren met gezonde en heel smakelijke thuismaaltijden van pure ingrediënten. Met toetjes en sauzen voegen we extra energie en eiwitten toe voor de mensen die extra’s nodig hebben. Ik ben heel benieuwd.’

Wat zijn volgens u de grote knelpunten in de voedingszorg?

‘Allereerst zijn dat de schamele maaltijden en het beperkte voedingsbudget in instellingen. Maar het is ook de slecht georganiseerde transmurale voedingszorg, met name van de tweede naar de eerste lijn. Mensen moeten ook thuis de juiste voedingszorg krijgen. Wat dat betreft is het een teken aan de wand dat er in de thuiszorg nu zoveel diëtisten worden ontslagen. Voeding en diëtetiek zijn cruciaal, ook in het welbevinden in de eerste lijn.’

Wat moeten diëtisten doen om dit te laten doordringen tot hun directies?

‘Diëtisten moeten hun aanpak en werkwijze gaan veranderen. De diëtetiek moet terug naar de basis. En dat is: goede voeding voor iedereen, afgestemd op de persoonlijke behoeften. Het probleem ligt hier op het niveau van de zorginstellingen als geheel, waar een andere wind moet gaan waaien. Nu is het zo dat diëtisten alleen worden ingeschakeld voor individuele problemen, ze komen pas in actie als dingen misgaan, als ze een dieetaanvraag krijgen. Dat is dweilen met de kraan open. Wat diëtisten zouden moeten doen is het stimuleren en mede vormgeven van een instellingsbeleid waarin voeding centraal staat. De dietist moet die visie uitdragen en investeren in goede contacten, met directie, keuken, voedingsassistenten, artsen, verpleegkundigen en andere betrokkenen. Zo kan die visie op voeding van binnenuit in de organisatie veranderen en breed worden uitgedragen. Voeding moet een positieve rol vervullen in de instelling. En dat moet je uiteindelijk overal terugzien, van het ziekenhuiswinkeltje bij de entree tot de voedingsassistenten aan het bed. Dat is een kwestie van lange adem, dat besef ik. Maar we hebben het tij mee, want steeds meer mensen snappen hoe belangrijk voeding is voor het welbevinden van de patiënt. Daarom ben ik toch positief gestemd, ook in deze tijden van bezuiniging.’

Gerelateerd nieuws

Voeding nog steeds onderbelicht in zorg

Effectiviteit aanpak ondervoeding bij ouderen onduidelijk

De logica van de Gezondheidsraad

Gepubliceerd op 29 augustus 2013

Door Nieuws voor diëtisten

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.