Vaak slechte dieetcompliance bij voedselallergie

Bijna de helft van de patiënten met voedselallergie heeft jaarlijks onverwachte allergische reacties. En ruim 30 procent van de patiënten houdt zich niet aan het voedingsadvies. Dat blijkt uit onderzoek, waarop klinisch verpleegkundig specialist Astrid Versluis in januari promoveerde aan de Universiteit Utrecht.  

Onverwachte allergische reacties

Versluis voerde meerdere studies uit om inzicht te krijgen in de frequentie, ernst en impact op kosten en kwaliteit van leven van onverwachte allergische reacties op voeding. Ook keek ze welke factoren een rol spelen bij deze reacties en deed ze onderzoek naar de mate van dieetcompliance. De resultaten laten zien dat onverwachte allergische reacties vaak voorkomen: 46 procent van de patiënten uit de onderzoeksgroep had gemiddeld 2 allergische reacties per jaar. In 2 studies werd gezien dat respectievelijk 32 procent en 57 procent van de onverwachte allergische reacties ernstig is. Verder bleek uit het onderzoek dat de medische kosten 7 keer hoger waren bij patiënten met een voedselallergische reactie dan bij patiënten zonder zo’n reactie.  

Slechte dieetcompliance

Uit de studies blijkt dat na aantoning van een voedselallergie het geadviseerde dieet in 31 procent van de gevallen niet werd opgevolgd. Factoren die samenhingen met de slechte compliance waren:
1. het zich verkeerd herinneren van het voedingsadvies
2. het hebben van een lage kwaliteit van leven op het domein “emotionele impact”
3. de noodzaak tot verandering van dieet nadat door middel van een positieve voedselprovocatietest een allergie was vastgesteld.

Afstemming op de individuele patiënt

Ook werd in het onderzoek gezien dat meerdere factoren een rol spelen bij de onverwachte allergische reacties. Belangrijke patiënt-gerelateerde factoren zijn leeftijd, sociale barrières om een voedselallergie bespreekbaar te maken (bijvoorbeeld in restaurants), en het niet opvolgen van het eliminatiedieet. Een belangrijke gezondheidszorg-gerelateerde factor is de mate van afstemming van de klinische praktijk op de individuele patiënt. Een belangrijke voedsel-gerelateerde factor is het ontbreken van goede regelgeving over de duidelijke vermelding van allergene op voedseletiketten (bijvoorbeeld ”kan sporen van pinda’s bevatten”).

Aanpassingen in zorg en regelgeving

Versluis concludeert in haar onderzoek dat voor de gezondheidszorg meer afstemming van de zorg op de individuele patiënt belangrijk is. Verder ziet ze een verbetering in de regelgeving inzake voedseletikettering als noodzakelijke stap om onverwachte allergische reacties beter te kunnen voorkomen.  

Bron: Universiteit Utrecht