Recensie: Over leven met ARFID
Heb je al gehoord van ARFID (Avoiding/Restrictive Food Intake Disorder), ook wel selectief en restrictief eetgedrag genoemd? Over deze relatief nieuwe eetstoornis is nog weinig bekend, zowel bij professionals als bij consumenten. Het boek “Over leven met ARFID” is daarom een goede aanwinst. Hierin komen maar liefst 28 professionals, waaronder 3 diëtisten, plus 28 ervaringsdeskundigen aan het woord.
Niet alleen bij kinderen
De eerste professional die aan het woord komt, is prof. dr. Sandra Mulkens, bijzonder hoogleraar “Voedings- en eetstoornissen” aan de Universiteit Maastricht. Zij doet onderzoek naar de psychologie en behandeling van ARFID. Ze vertelt in het boek dat ARFID pas sinds 2013 is opgenomen in het diagnostisch handboek DSM-5. Voorheen werd het geschaard onder de voedingsstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd, maar inmiddels is duidelijk dat het niet alleen voorkomt bij kinderen, maar ook bij volwassenen. Er zijn 3 subtypes: mensen die nauwelijks honger ervaren, mensen die de sensorische kenmerken van voedsel niet prettig vinden en mensen die een aversie hebben tegen eten vanwege angst, bijvoorbeeld om over te geven of te stikken.
Professionals en ervaringsdeskundigen
Het boek is geschreven door journalist en tekstschrijver Rita Maris, die zelf 2 zonen met ARFID heeft. Toen zij op zoek ging naar meer informatie, bleek die niet voorhanden. Aanleiding voor haar om zelf 28 professionals te interviewen: van diëtisten tot kinderartsen en van psychologen tot maatschappelijke werkers. Daarnaast sprak Maris ook met 28 ervaringsdeskundigen (ouders van kinderen met ARFID en volwassenen met ARFID). Het resultaat is een informatief en omvangrijk boek met 56 hoofdstukken, waarin telkens een professional of ervaringsdeskundige aan het woord komt. Maris sprak met 3 diëtisten.
Multidisciplinaire behandeling
Liesbeth de Jongh is kinderdiëtist in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Zij vertelt in het boek dat de diagnose ARFID nog maar 3 jaar gebruikt wordt op haar afdeling. Daarvoor werd het selectief en restrictief eetgedrag genoemd. Ze merkt in de praktijk dat veel collega-diëtisten nog niet van ARFID hebben gehoord. ‘Een kind met ARFID behandelen, is niet iets wat je er even bij doet’, benadrukt ze. Een multidisciplinaire behandeling door zorgverleners met kennis en ervaring met ARFID is wat haar betreft een must. Dat beaamt Loes Veenje, diëtist bij het in ARFID gespecialiseerde behandelcentrum SeysCentra. ‘Je kunt bij deze kinderen niet klakkeloos het voedingsadvies van het Voedingscentrum overnemen.’ De derde diëtist die in het boek aan het woord komt, is kinderdiëtist Irene Herpertz van het Martini Allergie Centrum voor Kinderen in Groningen. Zij gaat in op de relatie tussen voedselallergie en eetproblemen. ‘Door veelvuldige negatieve ervaringen met eten kunnen eetproblemen als ARFID ontstaan bij kinderen met voedselallergie.’
Ook boek voor kinderen met ARFID
Maris heeft recent ook een prentenboek geschreven voor kinderen met ARFID en hun omgeving, getiteld “Thijs lust geen ijs”. Het is een lees- en praatboek, dat vooral geschikt lijkt voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Bij elk hoofdstuk staan gespreksvragen om ouders en hulpverleners te helpen in gesprek te gaan met kinderen met ARFID.
Over leven met ARFID. Gesprekken met ervaringsdeskundigen en professionals over selectieve voedselweigering. Rita Maris, Uitgeverij Aldo, ISBN 9789492600301, 224 pagina’s, € 29,99
Gepubliceerd op 6 april 2021
Door Angela Severs
Uitstekende publicatie en het is heel hard nodig dat dietisten hier meer van gaan weten. ARFID wordt vaak verward met een eetstoornis als A.N. Maar het is essentieel anders.
Zelf werk ik met kinderen en volwassenen in de verstandelijk gehandicaptenzorg, waar
ik het fenomeen ARFID al heel lang zie. Ik werk veel samen met een gespecialiseerde Eet-Coach, die in het gezin komt en stap voor stap helpt om te leren eten & drinken en het lichaamsgewicht onder controle te krijgen.