Eetlust tijdens kindertijd indicator voor eetstoornissymptomen 

Een grotere eetlust in de vroege kindertijd kan verband houden met een verhoogd risico op het ontwikkelen van eetstoornissymptomen bij jongeren. Dat blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met University College London in het Verenigd Koninkrijk. 

Eetlustkenmerken

De onderzoekers brachten voor het eerst in kaart hoe eetlustkenmerken als een kleine of grotere eetlust in de vroege kindertijd verband houden met het ontwikkelen van eetstoornissymptomen tot 10 jaar later. Hiervoor analyseerden ze gegevens van 3.670 jongeren in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De eetlustkenmerken beoordeelden de onderzoekers op basis van antwoorden op vragenlijsten van ouders toen de kinderen 4 tot 5 jaar oud waren. De eetstoornissymptomen rapporteerden de jongeren zelf op 12- tot 14-jarige leeftijd. Het onderzoek is gepubliceerd in The Lancet Child & Adolescent Health. 

Ontwikkeling eetstoornissymptomen

Ongeveer 10 procent van de deelnemende adolescenten rapporteerde eetbui-symptomen. Daarnaast meldde 50 procent minstens één vorm van gedrag om hun voedselinname te compenseren of om niet aan te komen, zoals het overslaan van maaltijden, vasten of overmatig sporten. Uit de bevindingen blijkt dat een sterke drang om te eten bij het zien, ruiken of proeven van smakelijk eten op jonge leeftijd verband houdt met een hogere kans op eetstoornissymptomen in de adolescentie. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van eetbuien, emotioneel eten, lijnen of compensatiegedrag dat bedoeld is om gewichtstoename te voorkomen. Ook emotioneel overeten in de vroege kindertijd lijkt de kans op compensatiegedrag te verhogen.  

Lager risico

Bij kinderen met een groter verzadigingsgevoel (dus sneller en langer een vol gevoel na het eten), zagen de onderzoekers een lager risico op de ontwikkeling van eetstoornissymptomen als ongecontroleerd eten en compensatiegedrag. En een langzamer eettempo was gerelateerd aan een lagere kans op compensatiegedrag en lijngericht eetgedrag. Bij eetlustkenmerken als kieskeurig eten, emotioneel ondereten (minder eten vanwege negatieve emoties) of juist genieten van eten in de vroege kindertijd vonden de onderzoekers geen verband met een ontwikkeling van eetstoornissymptomen.  

Belang van preventie

De onderzoekers benadrukken het belang van preventie, maar er is volgens hen aanvullend onderzoek nodig naar risicofactoren voor eetstoornissen en voor het ontwikkelen van preventiestrategieën. Wel suggereren ze dat gezonde voedselomgevingen en responsieve voedingsstrategieën van ouders kunnen helpen het risico op het ontwikkelen van eetstoornissen te verminderen. Zo zou het aanbieden van extra ondersteuning aan kinderen met een hoger risico een effectieve preventieve maatregel kunnen zijn.  

Bron: Erasmus University Rotterdam