Meer Nederlanders sporten wekelijks

In 2023 sportte 56 procent van de Nederlandse bevolking vanaf 4 jaar minstens 1 keer per week. Dat is meer dan in 2022, toen 53 procent wekelijks sportte. Maar het percentage Nederlanders dat voldoet aan de Beweegrichtlijnen blijft met 45 procent laag. Dit blijkt uit nieuwe resultaten van de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS, in samenwerking met het RIVM.

Combi beweging en sport

Er is ook gekeken naar de combinatie van het halen van de Beweegrichtlijnen en het wekelijks sporten. Daar is te zien dat mensen die niet voldoen aan de Beweegrichtlijnen, in 2023 wel vaker wekelijks zijn gaan sporten vergeleken met 2022 (41 procent versus 38 procent). Maar dit heeft er nog niet voor gezorgd dat meer mensen de Beweegrichtlijnen halen. Verder blijkt uit de nieuwe cijfers dat meer mensen met een lichamelijke beperking wekelijks zijn gaan sporten. In 2023 sportte 29 procent van hen wekelijks, tegenover 23 procent in het jaar ervoor.

Ambitie van de overheid

De Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad houden in dat volwassenen elke week ten minste 2,5 uur matig of zwaar intensief bewegen (zoals wandelen en fietsen), verdeeld over meerdere dagen. Voor kinderen is dat elke dag minstens 1 uur. Daarnaast moeten volwassenen minimaal 2 keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen en kinderen minimaal 3 keer per week. De overheid heeft de ambitie dat 75 procent van de Nederlandse bevolking in 2040 aan de Beweegrichtlijnen voldoet, zo staat in het Nationaal Preventieakkoord. Dit verkleint de kans op lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen. Met de huidige 45 procent die aan de richtlijnen voldoet, is er dus nog veel werk aan de winkel.

Bron: RIVM