‘Het dieet bij nierziekten is echt een puzzel’

De DNN (Diëtisten Nierziekten Nederland) bestaat 40 jaar. Volgens voorzitter Brechje van Adrichem is het dieet bij nierziekten in de loop der jaren flink veranderd. En ook voor de toekomst zijn er nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Zo zijn oudere nierpatiënten misschien wel gebaat bij wat meer eiwit. Ook de kaliumaanbeveling zou wel eens kunnen gaan veranderen.

Wat zijn belangrijke veranderingen in het dieet bij nierziekten?

‘Vroeger kregen patiënten met chronische nierinsufficiëntie een standaard eiwitadvies – of ze nu 50 kg of 100 kg wogen – met eerst 30 gram eiwit per dag en later werd dat 60 gram. In de loop der jaren is het dieet geoptimaliseerd en steeds meer op het individu afgestemd. De laatste jaren kijken we daarbij ook niet meer alleen naar de BMI, maar ook naar de lichaamssamenstelling van de patiënt en dan vooral de hoeveelheid spiermassa. Momenteel is het eiwitadvies aan het veranderen voor patiënten vanaf 70 jaar met chronische nierinsufficiëntie, maar zonder renale acidose of hyperfosfatemie. In plaats van 0,8 g eiwit per kg lichaamsgewicht per dag zou de eiwitinname toch wat meer richting 1,0-1,2 g eiwit per kg lichaamsgewicht moeten gaan om sarcopenie te voorkomen. Al is dat toch spannend want dat is best een verandering.’

Zijn er nog meer veranderingen?

‘De laatste trend is dat de kaliumbeperking bij ernstige nierinsufficiëntie mogelijk iets minder streng zal worden. Alleen als het kaliumgehalte in het bloed verhoogd is, wordt er nog een kaliumbeperking geadviseerd. In andere gevallen kunnen kaliumhoudende producten worden geconsumeerd in hoeveelheden volgens de Richtlijnen goede voeding. Ook dat vind ik best een spannende ontwikkeling, want een hoog kaliumgehalte geeft meer risico op bijvoorbeeld hartritmestoornissen. Verder zijn er de afgelopen jaren veel ontwikkelingen geweest op het gebied van medicatie, zoals nieuwe fosfaatbinders en kalium-verlagende medicijnen. En ook de dialysetechnieken zijn steeds verder verbeterd. Kortom: een leerzaam en leuk vakgebied.’

Ook een lastig vakgebied?

‘Niet lastig, maar wel uitdagend. Bij nierziekten moet je met heel veel dingen rekening houden. Als je bijvoorbeeld extra eiwit wilt geven om ondervoeding te voorkomen, dan moet je er ook rekening mee houden dat een patiënt met eiwitrijke producten vaak ook extra kalium en extra fosfaat binnenkrijgt. Als een patiënt ook nog een strenge vochtbeperking heeft, dan heeft aanvullende drinkvoeding consequenties voor de vochtintake van andere producten. Een kopje thee inleveren voor drinkvoeding is veelal niet fijn. Het dieet bij chronische nierinsufficiëntie is dus echt een puzzel. Ik hou daar wel van. Al tijdens de opleiding dacht ik: “De nieren, dat wordt mijn ding”. Maar ik merk vaak dat eerstelijnsdiëtisten het dieet bij nierziekten lastig vinden. De eiwit- en zoutbeperking zijn redelijk standaard, maar soms is ook een kaliumbeperking nodig en eventueel een fosfaat- en vochtbeperking. Maar deze laatste 3 beperkingen zijn meestal pas nodig als de patiënt al is doorverwezen naar een diëtist nierziekten. Verder is het belangrijk om ondervoeding te voorkomen en te zorgen voor een gevarieerde voeding. Er zijn veel dingen om rekening mee te houden.’

Heb je tips voor eerstelijns diëtisten?

‘Het is goed om prioriteiten te stellen. Begin bij het belangrijkste. Heeft een patiënt een hoge zoutinname en cardiovasculair risico? Concentreer je daar dan eerst op. Ondertussen kun je de eiwitten al een beetje meenemen. Bij een afwijkende kaliumwaarde in het bloed kijk je naar het kalium. Je kunt nooit alles in 1 consult goed uitleggen. Ik doe dat zelfs ook bij latere stadia van nierziekten zoals stadium 4/5 van nierfalen. Ook dan kijk ik wat het belangrijkste is: ondervoeding, een hoog kalium of een hoog fosfaat? Verder raad ik aan om de voeding altijd te berekenen. De cijfers onderbouwen je adviezen en zo kun je ook veranderingen bijhouden.’

Wat zijn de plannen voor de toekomst?

‘We zijn in navolging van de diëtisten oncologie, bezig met het opstellen van criteria waaraan diëtisten met aandachtsgebied nierziekten moeten voldoen. We hebben al wel een beroepsprofiel en openbare protocollen op onze website staan, maar dit gaat nog een stapje verder. Zelf zal ik dit niet meer kunnen ondersteunen, want over een half jaar loopt mijn termijn van 3 jaar als voorzitter van de DNN af. Ik zou het stokje dan het liefst willen overdragen aan een jonge diëtist. In het bestuur en de werkgroepen van de DNN zijn vooral ervaren diëtisten actief, maar die zullen binnen afzienbare tijd met pensioen gaan… Ik merk dat veel jonge diëtisten een drempel voelen om iets te doen voor de DNN. Iedereen is druk en sommigen voelen zich onzeker en vragen zich af of ze het wel kunnen. Maar al doende leert men, waarbij er natuurlijk ruggespraak kan worden gehouden met ervaren krachten. Ik ben ervan overtuigd dat er wel iemand opstaat om het stokje van me over te nemen. Wacht dus niet en meld je aan, zodat je alvast mee kunt draaien in het bestuur en kunt ervaren of dit bij je past.’

Gepubliceerd op 4 november 2019

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

  1. Marjan van Dijk 5 november 2019 at 10:02 - Reply

    35 jaar geleden was ik, 25 jaar oud, net een klein half jaar in dienst als diëtist voor de dialyse toen ik de landelijke vergadering van de DNN voor het eerst bijwoonde. Er werd een oproep gedaan voor een nieuwe voorzitter en ik sprong zonder al te lang nadenken in het diepe.
    Daarna heb ik deze functie 6 jaar bekleed. Het was vallen en opstaan. Veel inlezen, veel luisteren naar collega’s van andere ziekenhuizen. Maar het was vooral erg leuk en leerzaam. Tegen alle collega’s die aarzelen of ze wel geschikt zijn om een dergelijke functie te bekleden zeg ik “doen! je kunt terugvallen op een heel team aan ervaren collega’s en het is een ontzettend leuke functie!”.
    Ik hoop hiermee jonge collega’s die nog aarzelen over de streep te trekken.

    • Beroep: Diëtist

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.