Relatie tussen fructose en risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten

Onderzoekers van het Maastricht UMC+ hebben een verband gevonden tussen de verwerking van vruchtensuiker in het lichaam en het ontstaan van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. De resultaten onderstrepen de noodzaak om de consumptie van fructose te verminderen.

Oorzaak-gevolg relatie

Dat toegevoegd fructose verband houdt met het ontstaan van hart- en vaatziekten en diabetes type 2, was al bekend. Zo’n verband betekent echter nog niet automatisch dat er sprake is van een oorzaak-gevolg relatie. ‘Mensen die veel fructose uit bijvoorbeeld frisdranken nuttigen kunnen ook andere ongezonde leefgewoonten hebben die leiden tot diabetes type 2 en hart- en vaatziekten’, licht hoofdonderzoeker prof. Martijn Brouwers toe.

Minder levervet en lagere bloeddruk

De onderzoekers zagen eerder al dat mensen minder vetstapeling in hun lever en een lagere bloeddruk hebben na het volgen van een fructose-arm dieet. Maar dit onderzoek was te kleinschalig en te kortdurend om een uitspraak te doen over het ontstaan van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. In een aanvullende studie onderzochten ze ruim een miljoen mensen die door een erfelijke aanleg minder goed fructose kunnen verwerken in het lichaam. Hierdoor konden de onderzoekers heel specifiek kijken naar de rol die fructose gedurende het gehele leven heeft gespeeld in het ontstaan van ziekten. Deze mensen bleken niet alleen minder vet in hun lever en een lagere bloeddruk te hebben, maar ook een lager risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2.

Suikertaks

De onderzoeksresultaten ondersteunen de maatregelen om de consumptie van fructose te verminderen. Een bewezen effectief middel hiervoor is de invoering van een suikertaks op suikerhoudende dranken. Brouwers vindt dat ook supermarkten hun verantwoordelijkheid moeten nemen: ‘Recent onderzoek door de Alliantie Voeding voor de Gezonde Generatie laat zien dat ongezonde voeding nog altijd een prominente plek heeft in supermarkten, zowel in de inrichting als in de aanbiedingen. Als supermarkten een gezonder aanbod hebben, zal dat bijdragen aan een gezondere bevolking’.

Bron: Maastricht UMC+