Flowchart helpt zeldzame typen diabetes herkennen
De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) introduceert een nieuwe aanvulling op de NDF Toolkit voor zorgverleners: de Flowchart Differentiaal Diagnose Diabetes (DDD). Deze flowchart biedt een gestructureerd stappenschema om het juiste subtype diabetes vast te stellen.
“Diabetes type anders”
Het is bekend dat diabetes meer vormen kent dan type 1 en 2. Toch wordt daar in de fase van diagnosestelling nog vaak aan voorbij gegaan, waardoor mensen met een minder gangbare vorm van diabetes niet de juiste zorg krijgen. Met de flowchart DDD hebben zorgverleners een hulpmiddel om ook meer zeldzame typen diabetes tijdig te herkennen. Dit helpt om de juiste diagnose te stellen en behandeling te verlenen, wat cruciaal is voor gezondheid en welzijn van mensen met diabetes.
Systematisch overzicht
De flowchart DDD leidt zorgverleners naar de webpagina Differentiaal Diagnose Diabetes. Deze pagina, die eind vorig jaar is gepubliceerd, biedt een systematisch overzicht van verschillende (sub)typen van diabetes zoals LADA, MODY of DM type 3C. Elk (sub)type kan worden aangeklikt voor beknopte informatie over kenmerken, diagnostiek, epidemiologie en extra aandachtspunten bij behandeling. Het overzicht is ook als pdf beschikbaar. De ontwikkelaars raden aan het overzicht te printen en te gebruiken als poster of bureaulegger. Samen met de online flowchart kan het op deze manier helpen meer alert te zijn op mogelijke andere diagnoses.
Gratis beschikbaar
De flowchart DDD is gratis beschikbaar en onderdeel van de NDF Toolkit. De flowchart is ontwikkeld door de NDF-expertgroep “Diabetes type anders”. Deze werkgroep zet zich ervoor in dat er in de zorgpraktijk structurele aandacht komt voor het herkennen van minder gangbare typen diabetes. De gehele toolkit biedt zorgverleners praktische tools en informatie om persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de praktijk te brengen.
Bron: NDF
Gepubliceerd op 29 maart 2024
Door Sophie Luderer
Reageer op dit artikel
Actueel
Heel goed om beter naar de cliënt te kijken als die diabetes heeft. Het lastige is altijd dat het huidig diabetesprotocol nauwelijks ruimte biedt om af te wijken. Het standaard diabetesprotocol werkt overgewicht zeer in de hand omdat het alleen ‘bloedsuikers’ behandeld en doorgaans uitgaat van een TEKORT aan insuline. Wat lang niet altijd het geval is, integendeel. Een gepersonaliseerde behandeling, dat is wat we willen, blijkt in de praktijk dan ook nog wel eens lastig.
Het ‘simpele’ insulineresistentie verhaal bij metabool syndroom kan nu al haast niet gepersonaliseerd behandeld worden door diëtisten. Vaak loop je ertegen aan dat medicatie niet aangepast wordt als iemand koolhydraatarm wil/moet gaan eten. Veel poh’s en artsen die zeggen dat je ‘het toch niet volhoudt’ (gebruiken we dat argument ook bij rokers?? ‘Niet doen want je houdt het toch niet vol’ of bij een glutenintolerantie?) of ‘je hebt al die koolhydraten echt nodig’. Het is gewoon ons vak om mensen daarbij goed te begeleiden en dat doen we ook.
Daarbij blijkt de praktijk soms flink af te wijken met de theorie als je de insuline spiegels gaat meten, is mijn ervaring. Ik ga daarom af op wat ik meet. Dit geeft niet alleen meer inzicht voor behandelaar en cliënt maar vergroot ook de motivatie nog meer.