Vraag naar leefstijlinterventies tijdens overgang

Vrouwen hebben behoefte aan goede leefstijlinterventies tijdens de overgang. Deze interventies zijn er wel, maar veel programma’s zijn te intensief. Daarnaast zou er meer aandacht mogen zijn voor specifieke overgangsklachten. Dat blijkt uit onderzoek van Nivel, met subsidie van de Hartstichting.

Effectieve, maar intensieve programma’s

Tijdens en na de overgang neemt de kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten toe. Door een gezonde leefstijl kan dit risico lager worden. Het Nivel voerde eerst een literatuuronderzoek uit naar effectieve interventies op dit gebied. Die blijken er te zijn en bestaan uit beweegprogramma’s, voedingsinterventies of een combinatie ervan. Het zijn vaak intensieve groepsprogramma’s met 3 tot 5 sessies per week, onder begeleiding van een zorgprofessional.

Behoefte aan informatie en ondersteuning

Naar aanleiding van het literatuuronderzoek organiseerden de onderzoekers focusgroepen met 15 vrouwen in de overgang, en met 15 professionals. Bij vrouwen is er een duidelijke vraag naar betrouwbare informatie over de overgang en de klachten die daarbij kunnen horen. Ze geven aan dat ze dat niet altijd van de huisarts krijgen of dat ze zich niet serieus genomen voelen. Ook de huisartsen zelf en andere zorgprofessionals zoals diëtisten, fysiotherapeuten en fitnessinstructeurs zeggen richtlijnen te missen om vrouwen rond de overgang goed te begeleiden.

De gewenste interventie

De interventies die uit de literatuur bekend zijn, vonden de vrouwen over het algemeen te intensief. Programma’s met 3 of meer sessies per week vinden ze niet haalbaar. Ook het volgen van een streng dieet vinden ze niet haalbaar op de lange termijn. De deelnemers vinden wekelijkse beweegsessies het meest realistisch, het liefst met een groep gelijkgestemden. Ook is er een voorkeur voor bewegen in de buitenlucht. In het begin zou er begeleiding moeten zijn door een zorgprofessional die kennis heeft over de overgang, toewerkend naar een zelfstandige groep zonder begeleiding. Qua voedingsinterventie stonden de vrouwen uit de focusgroepen het meest positief tegenover individueel advies op maat van een gespecialiseerde diëtist. Tot slot zou de interventie niet alleen gericht moeten zijn op het voorkomen van hart- en vaatziekten, maar vooral ook op andere overgangsklachten, zoals stress, slaapproblemen en opvliegers.

Bron: Nivel