Veilige grenzen voor allergenen in voeding vastgesteld

De World Health Organization (WHO) heeft samen met de Food and Agriculture Organization (FAO) normen opgesteld voor het waarschuwen van aanwezigheid van allergenen in voeding. Onderzoek van TNO naar de gevoeligheid van mensen met een voedselallergie vormde de basis van dit wetenschappelijke advies. Als de EU deze normen in toekomstige wetgeving opneemt, zijn vage waarschuwingen als “kan sporen bevatten” verleden tijd.

Loze waarschuwingen

Circa 3 procent van de bevolking heeft een voedselallergie; in Nederland ongeveer een half miljoen mensen. Allergenen die voorkomen in ingrediënten die in voedingsmiddelen verwerkt worden, moeten conform de huidige wetgeving door de producent duidelijk op het etiket worden vermeld. Allergenen kunnen echter ook onbedoeld in voeding terecht komen. Dit risico is niet altijd 100 procent uit te sluiten. Producenten en leveranciers van voeding waarschuwen vaak voor mogelijke onbedoelde aanwezigheid van allergenen, bijvoorbeeld met de melding: “Kan sporen bevatten van…”. Er zijn echter geen regels voor wanneer wel of niet voor dit risico gewaarschuwd moet worden. Het gevolg is dat producten zonder waarschuwing toch allergenen kunnen bevatten en dat op etiketten van producten zonder allergenen vaak toch een waarschuwing staat. Mensen met een voedselallergie kunnen momenteel dus geen goede conclusie verbinden aan de aan- of afwezigheid van een waarschuwing.

Ernstige allergische reacties

Onderzoek door onder andere TNO, UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht heeft laten zien dat deze situatie regelmatig ernstige allergische reacties tot gevolg heeft en de kwaliteit van leven van mensen met een voedselallergie aanzienlijk schaadt. De helft van de mensen met voedselallergie heeft 1 of meerdere keren per jaar een onverwachte allergische reactie. In een groot deel van de gevallen ging het om ernstige reacties en 4 procent kwam op de spoedeisende hulp terecht.

Drempelwaardes

De oplossing voor dit probleem ligt in het vaststellen van duidelijke normen voor allergenen. Deze geven aan welke maximale hoeveelheden nog veilig zijn voor mensen met een voedselallergie. Er wordt al jaren over deze normen gepraat, maar nu zijn ze dan eindelijk opgesteld door de WHO/FAO. Bij het opstellen van de normen is gebruik gemaakt van een door TNO beheerde internationale databank met meer dan 3.500 drempels van gevoeligheid van individuele patiënten met voedselallergie.

Toekomstige wetgeving?

Deze normen kunnen volgens TNO-onderzoekers als basis dienen voor EU-wetgeving, waarin voorgeschreven kan worden wanneer producenten voor een mogelijke onbedoelde aanwezigheid van een allergeen moeten waarschuwen. Mensen met een voedselallergie kunnen dan met een gerust hart vertrouwen op de informatie op een etiket. Het is echter nog niet duidelijk of en wanneer de EU de normen in wetgeving gaat implementeren.

Bron: TNO