Steun van ouders laat kinderen minder snoepen
Als ouders een hoge betrokkenheid tonen en hun kinderen ondersteunen bij hun eetgedrag, zijn die eerder geneigd snacks en andere ongezonde tussendoortjes te laten staan. Dat is gebleken uit promotieonderzoek van Dorus Gevers, gedaan aan het Maastricht UMC+.
Gevers nam vragenlijsten af bij een steekproef van Nederlandse ouders. Hij stelde vast dat er in grote lijnen 4 clusters zijn qua ouderlijk gedrag: 1. “hoge verborgen controle en belonen”, 2. “lage verborgen controle en belonen”, 3. “hoge betrokkenheid en ondersteunend” en 4. “lage betrokkenheid en toegeeflijk”. De term ‘verborgen’ in ‘verborgen controle’ slaat op ouderlijk gedrag dat niet direct waarneembaar is voor het kind.
Betrokken
Kinderen van ouders die betrokkenheid tonen en ondersteuning bieden omtrent het eetgedrag, blijken de laagste consumptie van tussendoortjes te hebben. Meest kenmerkend voor deze ouders is dat zij geneigd zijn om te communiceren over voeding en een “ondersteunende thuisomgeving rondom voeding” weten te creëren. Concreet komt dat erop neer dat ze ervoor zorgen dat er simpelweg geen snacks in huis zijn, zodat kinderen niet in de verleiding komen. Daarnaast passen deze ouders vaak relatief strikte regels ten aanzien van tussendoortjes toe. Die werken overigens alleen als beide ouders die regels ook consistent toepassen.
Bron: MUMC
Gepubliceerd op 28 juli 2016
Door Karine Hoenderdos