Sterker immuunsysteem door te sporten, ook intensief

Ook nu we door het coronavirus meer thuis zitten, is het belangrijk te blijven sporten. Dagelijks matig intensief bewegen helpt om een gezond immuunsysteem te behouden. Ook langer en intensiever sporten is goed voor het immuunsysteem. Dat stellen onderzoekers van de University of Bath in een analyse gepubliceerd in Exercise Immunology Review.

Mate van intensiteit

Verschillende studies bij mensen en dieren hebben aangetoond dat sporten invloed heeft op het immuunsysteem. Wetenschappers zijn het erover eens dat matig inspannende activiteiten gunstig zijn en het immuunsysteem versterken, vooral bij ouderen en mensen met chronische aandoeningen. Maar er zijn ook onderzoeken die aantonen dat mensen die op hoge intensiteit sporten juist gevoeliger zijn voor het oplopen van infecties. Vooral infecties aan de bovenste luchtwegen komen relatief veel voor bij mensen die langdurig intensief sporten, zoals marathonlopers.

Geen relatie

In een nieuwe analyse bespreken de onderzoekers wat de invloed van intensiever sporten is op het immuunsysteem. Ze vonden erg weinig bewijs dat sporten een negatieve invloed heeft op het risico om een infectie te krijgen. Zowel matig als intensief sporten is gunstig voor het functioneren van het immuunsysteem. Ze concluderen dat infecties eerder gerelateerd zijn aan slechte voeding, stress en onvoldoende slaap, dan aan het sporten zelf. Ook blootstelling aan pathogenen doordat veel mensen bij elkaar zijn, zoals tijdens reizen of bij grote evenementen als een marathon, verhoogt het risico op een infectie.

Positief effect

‘Mensen hoeven niet bang te zijn dat hun immuunsysteem onderdrukt wordt door te sporten en dat ze daardoor meer risico lopen op besmetting met het coronavirus. Onder voorwaarde dat de activiteit volgens de coronarichtlijnen wordt uitgevoerd, heeft het een enorm positief effect op onze gezondheid en ons welzijn. Niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst’, vertelt één van de auteurs, onderzoeker en inspanningsfysioloog John Campbell.

Bron: University of Bath