Prestatiebevorderende middelen gangbaar onder “veelfitnessers”

Het gebruik van middelen ter ondersteuning van fitnessprestaties, zoals eiwitshakes en voedingssupplementen, lijkt onderdeel van de huidige fitnesscultuur. Dat laat onderzoek zien van het Mulier Instituut onder mensen die minimaal 4 keer per week fitnessen (veelfitnessers). 

Betere fitnessresultaten

Voor het onderzoek zijn interviews gehouden met 16 veelfitnessers, waarvan 12 mannen en 4 vrouwen. Dit is weliswaar een kleine onderzoeksgroep, maar het onderzoek levert wel interessante inzichten. Van de respondenten gebruikten 9 enkel voedingssupplementen (hieronder vallen eiwitshakes, maar ook voedingssupplementen zoals creatine, calcium, zink, vitamine D en magnesium), 4 hadden in het verleden doping gebruikt en 3 gebruikten doping op het moment van het onderzoek. Volgens de onderzoekers past het gebruik van prestatiebevorderende middelen in de drang naar betere fitnessresultaten. Fitnessers streven naar een nóg groter lichaam en/of nóg meer gewicht kunnen tillen. Voor sommigen is dit streven zelfs een reden om naar doping te grijpen. Ondervraagde veelfitnessers die geen doping gebruiken, noemden daarvoor verschillende redenen. De meest genoemde redenen waren dat zij gezond willen blijven, het niet nodig vinden om doping te gebruiken of niet afhankelijk willen zijn van doping. 

Kennis en risicoschatting van bijwerkingen

Volgens de onderzoekers zijn er grote verschillen in de mate waarin fitnessers geïnformeerd zijn over de werking en risico’s van doping. Ze stellen dat goed geïnformeerde dopinggebruikers en niet-dopinggebruikers echter niet veel van elkaar verschillen: ze streven allemaal naar een gezond lichaam en hebben kennis over beschikbare middelen. Volgens de onderzoekers zit het verschil in de acceptatie van het risico op (blijvende) bijwerkingen bij het gebruik van doping. Zo zouden dopinggebruikers de risico’s accepteren, terwijl deze voor veel geïnformeerde niet-dopinggebruikers een drempel vormen om te gaan gebruiken. Een ander verschil is volgens de onderzoekers dat dopinggebruikers vaker streven naar een extreem gespierd lichaam dan niet-dopinggebruikers. 

Strengere regelgeving en betere informatievoorziening

Recreatief gebruik van doping is toegestaan in Nederland, omdat er veel waarde wordt gehecht aan de vrijheid van het individu. Met name bij jongeren creëert deze situatie een spanningsveld. Waar in het geval van geneesmiddelen een arts toeziet op het aanpassen van de dosering en veilig gebruik bij jongeren, ontbreekt deze controle op het gebied van doping. Hoewel strengere regelgeving op het gebied van doping geen oplossing is voor het (toenemende) dopinggebruik in de recreatieve sport in het algemeen, zou dit mogelijk wel effectief zijn bij het ontmoedigen van jongeren, stellen de onderzoekers. Ook zou er betere informatievoorziening over prestatiebevorderende middelen moeten komen, die niet alleen is gericht op dopinggebruikers, maar ook op niet-dopinggebruikers. Ze bevinden zich immers allemaal in een fitnesscultuur waar (voedings)middelengebruik de norm is, aldus de onderzoekers. 

Lees hier het volledige rapport “Het perfecte lichaam: met of zonder doping?” 

Bron: Mulier Instituut