Ouderen gebaat bij hogere eiwitaanbeveling

‘De spiermassa van de oudere mens heeft baat bij een hogere eiwitinname dan de huidige norm.’ Dit stelde prof. Lisette de Groot van Wageningen Universiteit tijdens het forum van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) op 20 maart. ‘Bij een hogere eiwitinname hoeven we niet al te bang te zijn voor nierfunctieverlies’, vulde prof. Stephan Bakker, nefroloog van het Universitair Medisch Centrum Groningen, aan. 

Volgens De Groot is de huidige aanbeveling gebaseerd op de stikstofbalans, maar kan beter gekeken worden naar gezondheidsmarkers als spiermassa. Met het ouder worden gaan spiermassa, spierkracht en spierfunctionaliteit achteruit. Het probleem zit ‘m in de eiwitsynthese, die te stimuleren is met lichamelijke activiteit en een hogere eiwitinname. Wetenschappelijk onderzoek onderbouwt een aanbeveling van 1-1,2 gram per kg lichaamsgewicht per dag voor ouderen vanaf 65 à 70 jaar. Dat is hoger dan de huidige eiwitaanbeveling van de Gezondheidsraad van 0,8 g/kg lichaamsgewicht/dag, omgerekend gemiddeld 60 gram eiwit per dag. Voor de eiwitsynthese lijkt het ook belangrijk om de eiwitinname over de dag tespreiden, met 25-30 gram eiwit per maaltijd. De huidige inname is vooral lager bij het ontbijt en de lunch.

Nefrologen zijn van oudsher bang voor een hoge eiwitinname, maar volgens Bakker is dat niet nodig. Een hoge eiwitinname lijkt geen belangrijke risicofactor voor nierfunctieverlies bij hoog-risicogroepen als diabetespatiënten en niertransplantatiepatiënten. Sterker nog: Voor nierpatiënten met overgewicht vindt Bakker afvallen met behoud van spiermassa (lees: met een eiwitrijk dieet en beweging) belangrijker dan eiwitbeperking.

Gepubliceerd op 21 maart 2014

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.