Gezondere omgeving verkleint sociaaleconomische verschillen

Een gezondere leefomgeving kan er voor zorgen dat mensen gezonder gaan leven. Meer mogelijkheden om buiten te spelen en minder fastfoodrestaurants lijken gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen te verminderen. Dat is de conclusie van het promotieonderzoek waarop gezondheidswetenschapper Famke Mölenberg 25 juni promoveerde aan het Erasmus MC in Rotterdam.

Meer bewegen met speelveld in de buurt

Mölenberg gebruikte hiervoor gegevens uit de Rotterdamse Generation R-studie: een langlopend onderzoek waarin de ontwikkeling van ruim 10.000 Rotterdamse kinderen wordt gevolgd. Ze keek wat er gebeurde met het beweeggedrag van kinderen tussen 6 en 10 jaar wanneer de gemeente in een wijk een Cruyff Court of een Krajicek Playground aanlegde. Ze vond aanwijzingen dat vooral kinderen uit minder welvarende gezinnen meer buiten gingen spelen als zo’n speelveldje dicht bij hun huis werd aangelegd. Tegelijkertijd nam de hoeveelheid tijd die werd besteed aan gamen en tv-kijken ook toe. Wat de reden hiervan is, kan in dit onderzoek niet worden vastgesteld. Mogelijk werden de kinderen voor buiten spelen beloond met meer schermtijd.

Fastfood nodigt uit tot ongezonder eten

Daarnaast keek Mölenberg naar de invloed van fastfoodrestaurants op de lichaamssamenstelling van kinderen. In eerder onderzoek vond ze al dat sinds 2004 het aantal fastfoodlocaties in Rotterdam met ongeveer een kwart is toegenomen. Deze stijging was vooral te zien in wijken met lage sociale scores. Tegelijkertijd daalde het aantal verswinkels juist. Er bleek geen duidelijke relatie tussen de komst van meer fastfoodrestaurants en de lichaamssamenstelling van kinderen. Mogelijk komt dit omdat de komst van 1 of 2 restaurants geen verschil maakt in een gebied waar al veel fastfood te krijgen is. Wel was er een stijging in het BMI te zien van kinderen die verhuisden van een buurt met weinig fastfoodlocaties naar een buurt met veel fastfood.

Geen hard bewijs

In het onderzoek maakte Mölenberg gebruik van zogenoemde “natuurlijke experimenten”. Hierbij worden mensen onderzocht in hun natuurlijke omgeving. De onderzoeker heeft geen invloed op veranderingen die plaatsvinden, maar observeert en analyseert het effect ervan. Dit levert geen hard bewijs op zoals uit een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, maar geeft wel inzichten over wat er op bevolkingsniveau gebeurt in een echte situatie. Ingrijpen in de omgeving kan een aanzienlijke winst opbrengen, concludeert Mölenberg.

Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam

Gepubliceerd op 30 juli 2021

Door Marjolein Streur

Reageer op dit artikel

  1. Dorien 18 augustus 2021 at 09:41 - Reply

    Even nadenken hoe het volgende is bedoeld: “In het onderzoek maakte Mölenberg gebruik van zogenoemde “natuurlijke experimenten”. Hierbij worden mensen onderzocht in hun natuurlijke omgeving. De onderzoeker heeft geen invloed op veranderingen die plaatsvinden, maar observeert en analyseert het effect ervan. Dit levert geen hard bewijs op zoals uit een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, maar geeft wel inzichten over wat er op bevolkingsniveau gebeurt in een echte situatie.” He…lees ik dat nou goed?? Het onderzoek in het ECHTE LEVEN van consumenten levert geen hard bewijs op…alleen gerandomiseerde (labaratorium) settings wel?? Bizar…trouwens als LEEK kon ik deze resultaten al blindelings aanreiken op een presenteerblaadje…maar ja…ik ben maar een LEEK, wonend in een omgeving waar kinderen onderweg enorm verleid om de goedkope, slechte voedingskeuze te maken wanneer ze naar school gaan…

    • Beroep: Gewichtsconsulent
    • Indien anders: in opleiding

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.