Kleuters moeten meer bewegen

Ook kleuters bewegen te weinig: ze zitten het merendeel van de dag. Dit blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Marieke de Craemer aan het Department of Movement and Sport Sciences van de Universiteit van Gent. De Craemer bestudeerde de fysieke activiteit bij 4-6-jarigen.

De cijfers liegen er niet om: bij Vlaamse 4-6-jarigen heeft al 9% van de jongens en 13% van de meisjes overgewicht. Hun dag bestaat voor 50- 80% uit bezigehdenJ waarbij ze stilzitten, zoals lezen, knutselen, tv-kijken of computerspelletjes spelen. Op schooldagen bewegen kleuters meer dan in het weekend. In het weekend spenderen ze meer tijd aan tv, computer of gameconsoles, of gaan ze op familiebezoek.

Het onderzoek valt binnen het Europese ToyBox-project. Dat project bracht de bewegingspatronen van kleuters uit 6 Europese landen (België, Bulgarije, Duitsland, Griekenland, Polen en Spanje) in kaart. Uit de gesprekken met ouders en leerkrachten uit deze landen bleek dat zij meer beweging voor kleuters onnodig vinden. Leerkrachten vinden het daarnaast ook belangrijk dat kleuters leren stilzitten in de klas als voorbereiding op het 1e leerjaar. De cijfers die De Craemer vond vereisen juist het tegenovergestelde: een kleuter moet juist meer bewegen, zowel op school als thuis. De Craemer formuleerde daarom tips voor zowel ouders als leerkrachten om beweging te stimuleren. Zoals lessen afwisselen met beweging, laat kinderen staand tekenen of knutselen, laat een kind thuis helpen bij klusjes en beweeg samen, ook in het weekend.

Bron: Universiteit Gent