Nieuwe Amerikaanse voedingsrichtlijnen roepen discussie op

De DGA, het Amerikaanse equivalent van de Gezondheidsraad, heeft een 835 pagina’s dik wetenschappelijk rapport samengesteld, dat als basis gaat dienen voor de nieuwe voedingsrichtlijnen voor de Verenigde Staten. Het rapport roept veel kritiek op.

Aanbevelingen

Het rapport stelt dat een gezonde voeding bestaat uit groenten, fruit, peulvruchten, noten en volkoren granen en in mindere mate uit zuivel, vis, mager vlees en vis. Amerikanen moeten minderen met rood vlees, producten met verzadigd vet en/of cholesterol, suiker en alcohol. Er wordt in de adviezen de nadruk gelegd op de gezondheidsvoordelen van een overwegend plantaardige voeding. Op 11 augustus was er een openbare bijeenkomst over de aanbevelingen.

Kritiek

Het rapport wordt door critici gezien als een overwinning voor de fabrikanten die plantaardige voedingsmiddelen op de markt brengen, zoals ontbijtgranen en margarine. Volgens een artikel in de New York Times heeft ruim de helft van het wetenschappelijk comité banden met de voedingsindustrie. Ook de lowcarb-beweging stelt vraagtekens bij de adviezen van de DGA. Met de hashtag #delaytheDGA worden op Twitter kritische artikelen en video’s gedeeld. De bekende onderzoeker Zoe Harcombe heeft een zeer uitgebreide blog geschreven over de (geschiedenis van) Amerikaanse voedingsrichtlijnen. Ze uit met name kritiek op de verouderde kennis rondom verzadigd vet in het rapport.

Achtergrond

De richtlijnen worden opgesteld voor een bevolking die in grote mate te maken heeft met gezondheidsproblemen. Meer dan 70 procent van de Amerikanen heeft overgewicht of obesitas. Ook steeds meer kinderen en jongeren hebben gewichtsproblemen. Als gevolg daarvan komen chronische aandoeningen als diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker vaker voor. Ook heeft 6 op de 10 Amerikanen een chronische ziekte en bij 4 op de 10 gaat het zelfs om 2 of meer chronische aandoeningen. Daarnaast is er een grote groep Amerikaanse burgers die niet genoeg voedsel kan kopen. Armoede komt vaker voor bij Afro-Amerikanen, de Spaanstalige bevolking, in gezinnen met jonge kinderen en in eenoudergezinnen.

Bron: USDA

Gepubliceerd op 7 augustus 2020

Door Karine Hoenderdos

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.