Diëtist promoveert op voedingstoestand en dieetinterventies bij nierziekte

Diëtist-onderzoeker Wesley Visser van Erasmus MC promoveerde 9 april op zijn onderzoek “Voedingstoestand en dieetinterventies bij patiënten met chronische nierschade of nierfalen”. Hij ontdekte onder meer dat de eiwitbehoefte van nierpatiënten het best berekend kan worden op basis van vetvrije massa.

Kennishiaten

Met zijn proefschrift wil Wesley kennishiaten op het gebied van de voedingsstatus en dieetinterventies bij patiënten met chronische nierziekte aanpakken. Hij deed daarvoor verschillende onderzoeken naar diverse aspecten die van belang zijn voor de voedingsstatus en het bepalen ervan, in verschillende stadia van nierziekte. De hoofdstukken van zijn proefschrift zijn geclusterd in 2 delen: de voedingsstatus en voedingsinterventies.

Inzicht in de spiermassa

Nierpatiënten hebben een kwetsbare voedingstoestand, die vaak verder verslechtert naarmate de ziekte vordert. Het beoordelen van de voedingstoestand bij nierziekte is lastig, onder andere door vochttoename in het lichaam. Omdat lichaamsgewicht en BMI de lichaamssamenstelling niet goed weerspiegelen, stelt Wesley dat andere methoden nodig zijn om inzicht te krijgen in de spiermassa. Hij onderzocht risicofactoren voor het verlies van spiermassa bij hemodialysepatiënten met veel comorbiditeit, iets wat bij deze groep niet eerder is uitgevoerd. Hiertoe volgde hij 54 chronische hemodialysepatiënten gedurende 20 weken. Hij beoordeelde bij hen 4-wekelijks vetvrije massa, intracellulair vocht, lichaamscelsamenstelling, handknijpkracht en biochemische parameters. Uit de resultaten bleek dat bij alle patiënten spierverlies optrad; gemiddeld 1,3 kg/maand. Het spierverlies was het grootst bij mannen en wanneer er sprake was van ontstekingen.

Over- en onderschatting eiwitbehoefte

De onderzoeksresultaten tonen aan dat bio-impedantie een goede beoordeling geeft van de vetvrije massa. Ook concludeerde Wesley dat het bepalen van de eiwitbehoefte op basis van vetvrije massa een betere schatting geeft dan op basis van lichaamsgewicht, zoals dit nu berekend wordt. Bij mensen met obesitas en ondergewicht kan dit leiden tot respectievelijk een over- en onderschatting van de eiwitbehoefte. Vooral bij patiënten met chronische nierziekte is een optimale eiwitinname belangrijk, omdat onderschatting zou kunnen leiden tot verder spierverlies en overschatting tot uremie en metabole acidose.

Beste behandeling bij hypertensie

Eerdere studies tonen aan dat een natriumbeperkt dieet de bloeddruk effectief verlaagt bij patiënten met chronische nierschade, maar daarnaast is bloeddrukverlagende medicatie nog steeds vaak nodig. Wesley bestudeerde 26 patiënten met chronische nierschade stadium G3 of G4 (eGFR 15-60 ml/min per 1,73 m2) die werden behandeld met distale diuretica (amiloride/hydrochloorthiazide) of een natriumbeperking (60 mmol/dag). De resultaten laten zien dat distale diuretica even effectief zijn als een natriumbeperking voor de behandeling van hypertensie bij patiënten met chronische nierschade.

Oxaalzuurbeperkt dieet

Verder bespreekt Wesley in zijn proefschrift nog onderzoek naar andere voedingsinterventies. Hij voerde een systematic review en meta-analyse uit naar het effect van metabole acidose op de voedingstoestand. Het corrigeren hiervan is gunstig voor de spiermassa en spierfunctie. Tenslotte schreef Wesley een expert opinion paper over parenterale voeding tijdens dialyse. Het laatste deel van zijn proefschrift is gewijd aan oxaalzuur rondom niertransplantatie, waarbij hij concludeert dat een oxaalzuurbeperkt dieet gunstige effecten heeft op het plasma oxaalzuur en daarmee op transplantatie-uitkomsten.

Bronnen: Erasmus MC en proefschrift “Voedingstoestand en dieetinterventies bij patienten met chronische nierschade of nierfalen’’

Gepubliceerd op 7 mei 2024

Door Sophie Luderer

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.