Ik ben diëtist en… yogadocent

Dit is de zesde aflevering in de serie: “Ik ben diëtist en…”. In deze serie komen diëtisten aan het woord die hun vak combineren met een ander vak. Wat brengt de combinatie van die 2 beroepen en wat kun jij leren van hen?

In deze aflevering is Teuni Verhagen aan het woord. Zij is diëtist en werkt als voedingsdocent aan de Hogeschool Utrecht en aan de Academie voor Leefstijl en Gezondheid.

Ik ben diëtist en…

‘Yogadocent. Ik heb de basisopleiding afgerond en ben nu nog bezig met de opleiding voor het internationaal erkende diploma, met de tweejarige opleiding aan het Yogacollege in Tilburg. Ik heb mijn eigen yogastudio in Utrecht, ben ook op YouTube en op Spotify te vinden. Mijn hele leven ben ik al aan het sporten: turnen, ballet, pilates, bootcamp. Op de sportschool waar ik vroeger sportte, gaf ik zelf ook les in bootcamp. Maar dat is een intensieve sport waarbij mensen vooral hard aan het “beuken” zijn en hun spieren steeds sterker, maar ook steeds korter worden. Daarom ging ik daar ook rustigere, yoga-achtige lessen geven en ik zag wat voor gunstig effect dat had op de leerlingen. Toen dacht ik: dan moet ik ook maar echt dat papiertje halen en yogadocent worden.’

Deze combinatie brengt mij:

‘Toen ik aan de yoga-opleiding begon, was ik gefocust op het fysieke aspect. Ik wilde bijvoorbeeld leren hoe je de perfecte handstand maakt en wilde zelf ook ashtanga-yoga geven, de energieke vorm van yoga. Tot mijn verrassing kreeg ik een “shitload” aan lessen over filosofie en meditatie in de opleiding. Daar raakte ik best ongeduldig van. Totdat ik een burn-out kreeg. Toen pas kreeg ik oog voor de ware lessen van yoga, voor de wereld achter die yogaposes. Eigenlijk is yoga niets meer dan een “opstapje” naar meditatie, weet ik nu. Yoga is voor mij nu veel meer ontspanning en ademhaling dan hard fysiek aan het werk zijn, het is leren hoe je meer in het hier en nu kunt zijn. Ik word heel blij als ik op die manier voor mijn yogaleerlingen kan “zorgen”, als ik zie hoe ze gespannen binnenkomen en hoe ze dan rustig en ontspannen zijn na de yogales. Yoga heeft me veranderd. Ik ben zachter geworden. Ik ben me meer bewust van mijn eigen houding voor een groep: ben ik onrustig of gespannen, dan wordt dat de energie van de groep. Sta ik met de beide voeten op de grond en ben ik rustig, dan wordt de groep ook rustig. Mijn visie op voeding is verbreed. Als diëtist dacht ik echt dat voeding de heilige graal is, de oplossing voor veel problemen. Nu geef ik mijn voeding- en leefstijlstudenten mee dat het niet alleen maar draait om de macro’s en de micro’s, maar dat juist de relatie met voeding belangrijk is. Mijn eigen relatie met voeding is ook veranderd: de eetregels die ik vroeger voor mezelf hanteerde, laat ik steeds meer los. Ik eet bijvoorbeeld vaker friet. Met mayonaise!’

Dit geef ik collega-diëtisten als tip:

‘Mijn praktische tip is: check jezelf als je in gesprek bent met een cliënt. Hoe zit ik erbij? Voel ik mijn lichaam en hoe zit ik op de stoel? Hoe is mijn ademhaling? Als diëtist ben je vaak heel erg met de ander bezig, je bent hard aan het werk voor de ander, gefocust op de persoon tegenover je. Maar het is juist goed om ook bij jezelf te blijven, want dan ben je veel krachtiger. Laat je cliënt zelf het werk doen.’