“Dikke Onzin” wil einde aan obesitas-stigma

Praten over obesitas, vooroordelen bespreken en betrouwbare informatie geven over overgewicht en obesitas. Dat is het doel van de nieuwe interactieve website Dikke Onzin. Het is het resultaat van het afstudeerproject van Sam van Eijk, student Industrial Design Engineering, in samenwerking met het Centrum Gezond Gewicht, TU Delft en actiegroep Dikke Vinger.

Meest voorkomende vooroordelen

Van Eijk boog zich in haar afstudeerproject over de vraag op welke manier het stigma rondom obesitas het best opgelost kan worden. In haar onderzoek vond ze 4 overtuigingen die het meest bijdragen aan stigmatisering: dikke mensen eten te veel en bewegen te weinig, dik worden door een ongezonde leefstijl is je eigen schuld, afvallen is een kwestie van discipline en dunne mensen zijn gezonder, gelukkiger en meer succesvol. Rondom deze 4 thema’s is de website gebouwd. Deze vooroordelen komen volgens het onderzoek van Van Eijk vooral voort uit misverstanden en een gebrek aan kennis. Om meer begrip en kennis te verkrijgen rondom overgewicht en obesitas ontwikkelde Van Eijk de website.

Voor patiënten, maar ook voor behandelaars

De website is in de eerste plaats voor mensen met obesitas zelf. Voor hen is het belangrijk om het vertrouwen te krijgen om voor zichzelf op te komen. Dit kunnen ze doen door het lezen van de feiten en fabels en daarbij vragen te beantwoorden en te luisteren naar andere verhalen. Om het gesprek over obesitas neutraal en onbevooroordeeld aan te gaan, is er een gespreksstarter te downloaden op de site. Deze tool is ook voor behandelaars goed toepasbaar om items rondom gewicht te bespreken. De thema’s als acceptatie en oorzaken komen daarin naar voren. Maar ook is de gespreksstarter ontwikkeld om afspraken te maken over bijvoorbeeld welke termen (bv mollig, fors, obees, te dik) je niet gebruikt en hoe iemand aankijkt tegen bijvoorbeeld de stelling “slank zijn maakt gelukkig”.

Effectief?

De website is getest door mensen met obesitas en hun naasten. Het design lokte diepere gesprekken uit over het onderwerp, vertelt Van Eijk in haar thesis. Of het ook op grotere schaal werkt, zal nog verder onderzocht moeten worden.

Bron: TU Delft
Fotocredits: Anoesjka Minnaard