Ik ben diëtist en… antropoloog

Dit is de zevende aflevering in de serie: “Ik ben diëtist en…”. In deze serie komen diëtisten aan het woord die hun vak combineren met een ander vak. Wat brengt de combinatie van die 2 beroepen en wat kun jij leren van hen?

In deze aflevering is Marlies Nagel aan het woord. Zij is diëtist en antropoloog. Ze werkt 2,5 dag per week als diëtist bij Voeding + Advies in Amsterdam en de overige dagen zijn gereserveerd voor werkzaamheden in haar eigen praktijk FoodWise diëtisten Weesp.

Ik ben diëtist en…

‘Antropoloog. Een antropoloog kijkt waarom mensen doen wat ze doen en houdt daarbij rekening met de culturele en sociale achtergrond van mensen en bijvoorbeeld waar ze geboren zijn en hoe ze zijn opgevoed. Ik heb antropologie gestudeerd aan de VU in Amsterdam. Deze opleiding is behoorlijk theoretisch. Ik miste heel erg “dit doe je er praktisch mee en dit word je”. Daarom ben ik uiteindelijk óók Voeding en Dietetiek gaan studeren. Ik bleek tijdens mijn studie antropologie al interesse te hebben in voeding: mijn bachelorscriptie ging over schoonheidsidealen bij meiden van 20-30 jaar en het effect op hun voeding. En voor mijn master schreef ik een scriptie over stigmatisering van obesitas bij mannen. Die master doorliep ik trouwens tegelijk met mijn eerste 2 jaar bachelor Voeding en Diëtetiek, want met die opleiding startte ik terwijl ik nog niet afgestudeerd was als antropoloog. Intensief, maar er waren veel raakvlakken.’

Deze combinatie brengt mij:

‘Door de studie antropologie beschouw ik de hele context van de cliënt. Tijdens de opleiding Voeding & Diëtetiek krijg je wel vakken als psychologie en sociologie, maar ik ben daar tijdens de studie antropologie 6 jaar lang mee bezig geweest. Het zit echt in mij, het gaat automatisch. Ik bekijk de cultuur, religie, het geslacht en de SES met een neutrale blik en niet vanuit mijn eigen normen en waarden. Ik ben daardoor oprecht nieuwsgierig waarom mensen doen wat ze doen. Daar zit soms zoveel achter en dat is vaak niet 1, 2, 3 op te lossen met alleen een voedingsadvies. Sommige cliënten met diabetes mellitus type 2, met bijvoorbeeld een Turkse of Marokkaanse achtergrond, eten relatief veel dadels. De dadel heeft voor hen zowel een gezonde, religieuze als symbolische betekenis. Door de centrale rol van de dadel in hun voedingspatroon, is het des te belangrijker om meer inzicht te geven in de effecten van het regelmatig eten van dadels op hun gezondheid en suikerwaarden. Ik geef ze deze inzichten en ga met ze op zoek naar aanpassingen die passen binnen hun sociale en culturele context.’

Dit geef ik collega-diëtisten als tip:

‘Kijk niet vanuit je eigen ideeën en opvattingen naar een cliënt maar sta open, wees nieuwsgierig en vraag door. Oordeel niet vanuit je eigen context, want wat voor jou normaal is, kan voor een ander abnormaal zijn. Neem de hele context zoals achtergrond, opvoeding en financiële mogelijkheden in overweging. Vraag bijvoorbeeld ook of die 3 dadels bij de thee iets is wat je cliënt altijd doet of pas sinds kort. Waarom eten ze iets, is dat vanwege de smaak, een religie, omdat het van hun ouders zo moest? Is er iets waarmee ze rekening houden bij hun keuzes? Veel mensen staan ook niet stil bij de dingen die ze doen. Iedere ochtend een schaaltje kwark bij het ontbijt? Informeer eens waarom ze geen havermout, brood of fruit nemen. Dat geeft jou inzichten maar je cliënten ook.’

Gepubliceerd op 21 juli 2020

Door Christel Vondermans

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.