Hulpverleners doen ook aan fatshaming
Mensen met obesitas krijgen overal te maken met vooroordelen. Op school, op het werk, in de familie maar ook in de spreekkamer van de hulpverlener. Dat stellen VU-hoogleraar Jaap Seidell en psycholoog-onderzoeker Jutka Halberstadt in een artikel in het Parool. Zij vinden dat hulpverleners zich bewust moeten worden van hun vooroordelen en het bijbehorende gedrag.
Behandelaars
Mensen met overgewicht worden door veel behandelaars gezien als dom, lui en slordig. Obesitas is voor hen een kwestie van “eigen schuld, dikke bult”, terwijl voor diabetes type 2 of hart- en vaatziekten veel meer begrip is. ‘Door hun vooroordelen denken behandelaars dat mensen met obesitas hun adviezen niet kunnen begrijpen of niet willen opvolgen’, stellen Seidell en Halberstadt. Ook denken de behandelaars dat mensen met obesitas geen discipline hebben. Het gevolg is dat mensen met obesitas niet meer, maar juist minder tijd krijgen op het spreekuur. Ook worden ze niet altijd met respect behandeld. Vaak krijgen ze het advies “Val eerst maar eens af” voordat hun medische klachten serieus worden onderzocht.
Gewichtsdiscrimatie
De discriminatie heeft een behoorlijk negatief effect op de kwaliteit van leven van mensen met obesitas. Dat geldt met name voor factoren als het zelfvertrouwen, het zelfbeeld en confrontaties met pesters. Het gevolg: meer depressie, eenzaamheid en suicidale gevoelens.
Niet goed te praten
Gewichtsdiscriminatie is ernstig, maar toch vinden veel mensen niet de noodzaak om dit aan te pakken. Ze zijn bang dat overgewicht dan vergoelijkt wordt, waardoor het zal toenemen. Onzin, zeggen Seidell en Halberstadt. Dat effect zie je ook niet bij diabetes type 2 of COPD. Zij stellen dat gewichtsdiscrimatie op geen enkele manier is goed te praten. Professionals in de zorg hebben de verantwoordelijkheid om zich bewust te zijn van hun vooroordelen en de effecten op hun handelen en adviezen.
Bron: Parool
Gepubliceerd op 27 februari 2018
Door Karine Hoenderdos