Minder dan helft Nederlanders beweegt voldoende
Steeds meer Nederlanders voldoen aan de richtlijnen voor voldoende beweging, maar het is nog altijd minder dan de helft die voldoende beweegt. In 2001 bewoog 40 procent van de mensen genoeg volgens de richtlijn, in 2018 was dat 46 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM onder ruim 7.000 Nederlanders.
Beweegrichtlijn
De beweegrichtlijn is in 2017 opgesteld door de Gezondheidsraad. Volwassenen moeten volgens die richtlijn minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen en 2 keer per week spier- en botversterkende oefeningen doen. Ouderen moeten dit combineren met balansoefeningen. Kinderen van 4 tot 18 jaar moeten dagelijks een uur bewegen bij een matige tot zware intensiteit met daarnaast op zijn minst op 3 dagen per week activiteiten die spieren en botten versterken.
Trends
In 2018 voldeed 46 procent van de Nederlanders van 12 jaar en ouder aan de richtlijn. Sinds de metingen in 2001 zijn volwassenen meer gaan bewegen (van 44 naar 50 procent), evenals senioren (van 22 naar 37 procent). Bij adolescenten is er juist een lichte daling te zien van 34,3 naar 33,9 procent. Het aantal mensen met hoog en middelhoog opleidingsniveau dat voldoet aan de richtlijn nam toe, maar bij lager opgeleide mensen bleef het ongeveer gelijk.
Versterkende oefeningen
Vooral het eerste deel van de richtlijn, het (matig) intensief bewegen, halen veel mensen niet. Met het tweede deel, het doen van versterkende oefeningen, hebben minder mensen problemen. Zo’n 78 procent van de mensen deed in 2018 voldoende spier- en botversterkende oefeningen. Hierin was weinig verschil tussen de diverse leeftijds- of opleidingsgroepen.
Bron: RIVM
Gepubliceerd op 31 januari 2020
Door Marjolein Streur