Minder darmresecties bij ziekte van Crohn

In de afgelopen decennia is het voor steeds minder mensen met de ziekte van Crohn nodig om een deel van de darm te laten verwijderen. De leeftijd van mensen die toch geopereerd moeten worden, is hoger geworden en er vinden minder heroperaties plaats. Dat blijkt uit een studie van Nederlandse onderzoekers, gepubliceerd in het tijdschrift Annals of Surgery.

Minder patiënten geopereerd

In de studie keken de onderzoekers naar het aantal darmresecties in Nederland bij mensen met de ziekte van Crohn in de periode van 1991 tot en met 2015. In totaal moest bij  8.172 mensen een deel van de darm verwijderd worden. Het absolute aantal operaties nam in de loop der tijd toe. Van 1991 tot 1995 vonden er gemiddeld 291 operaties per jaar plaats. Van 2011 tot 2015 was dat aantal gestegen naar 483. Maar wanneer deze cijfers werden vergeleken met de landelijke prevalentiecijfers, bleek dat relatief gezien het aantal operaties was afgenomen. In 1991 werden nog 22,7 patiënten per 100.000 geopereerd, in 2015 lag dat aantal op 2,5 per 100.000.

Leeftijd omhoog, heroperaties naar beneden

De gunstige trend werd bevestigd door een berekening van de gemiddelde leeftijd waarop een operatie nodig was, en het aantal heroperaties. De leeftijd waarop mensen hun eerste operatie ondergingen, nam in de loop der tijd toe. In 1991 waren mensen gemiddeld 35 jaar. In 2015 was de leeftijd gestegen naar 40 jaar. Het aantal heroperaties nam in de loop der tijd af. Na de eerste operatie ondergingen 1.547 patiënten (19 procent) een heroperatie. Bij 354 (5 procent) van de mensen waren er nog 2 of meer heroperaties nodig. De kans dat iemand in 2015 een heroperatie nodig had, was 4 keer kleiner dan in 1991.

Breekpunt

Opvallend was dat de sterkste daling in het aantal operaties plaatsvond tussen 1991 en 1999/2000. Daarna nam het aantal operaties nog wel af, maar een stuk minder snel. Volgens de onderzoekers kan dit komen omdat de ziekte de afgelopen jaren over het algemeen eerder wordt gediagnosticeerd, waardoor er minder ernstige complicaties optreden. Ook zijn er meer therapeutische behandelingen mogelijk en is er betere medicatie beschikbaar, waaronder thiopurines en anti-TNF-α.

Bron: Annals of Surgery en Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

Gepubliceerd op 12 mei 2021

Door Marjolein Streur

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.