Mensen met grote glucosedips hebben meer honger

Sommige gezonde mensen lukt het niet om af te vallen of ervaren steeds een gevoel van trek. Een internationale groep onderzoekers ontdekte dat dit komt door dips in de bloedglucosespiegel, die bij sommige mensen sterker zijn dan bij anderen. Om iemand te helpen gewicht te verliezen is kennis van het metabolisme van die persoon belangrijk. Dat stellen de onderzoekers in een studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature.

Standaard ontbijt

De onderzoekers verzamelden data over de glucoserespons van 1.070 mensen die meedoen aan het langlopende onderzoeksprogramma PREDICT. Deze mensen kregen gedurende 2 weken een gestandaardiseerd ontbijt, bestaande uit muffins met iedere dag hetzelfde aantal calorieën, maar verschillend in samenstelling qua koolhydraten, eiwitten, vetten en vezels. Tijdens de lunch en andere maaltijden mochten ze zelf kiezen wat ze aten.

Glucosetolerantietest

De deelnemers ondergingen allemaal een orale glucosetolerantietest om te zien hoe goed het lichaam omgaat met glucose. Daarnaast droegen ze continue glucosemonitors om hun bloedglucoseniveaus te meten tijdens de hele studie. Gegevens over activiteit en slaap werden vastgelegd met een draagbare activiteitenmonitor. Via een app op hun telefoon legden de deelnemers vast wat ze aten, hoeveel honger ze hadden en hoe alert ze waren.

Grote verschillen tussen mensen

De onderzoekers ontdekten dat er na eenzelfde maaltijd grote verschillen waren in glucoserespons tussen de verschillende mensen. Een deel van de mensen had 2 tot 3 uur na de het ontbijt een grote glucosedip, na een eerste glucosepiek. Het glucoseniveau daalde daarbij snel onder de baseline waarde (waarde voor het ontbijt), voordat het weer herstelde. Gemiddeld hadden mannen een iets grotere dip dan vrouwen, maar de grootte van de dip hield geen verband met leeftijd, BMI of lichaamsgewicht.

Gevolgen van grote glucosedip

De mensen die zo’n grote dip hadden, rapporteerden 9 procent meer honger dan de mensen bij wie het glucoseniveau niet zo laag daalde. Ook aten de mensen met de grote daling de volgende maaltijd een half uur eerder dan de andere groep, ook al hadden ze precies hetzelfde ontbijt gegeten. Dit leidde ertoe dat mensen met de grote dip in de 3 tot 4 uur na het ontbijt 75 meer kilocalorieën aten dan de andere groep. Over de dag gezien aten ze gemiddeld 312 kilocalorieën meer.

Andere blik

‘We dachten al langer dat bloedglucoseniveaus belangrijk zijn bij het ervaren van honger’, vertelt onderzoeker Sarah Berry, voedingswetenschapper aan het King’s College in Londen. ‘We zien nu dat glucosedips een belangrijkere voorspeller zijn van honger en calorie-inname dan de eerste glucosepiek na het eten. Dit verandert hoe we denken over de relatie tussen glucosegehaltes en wat we eten.’ Waarom de ene persoon een grotere dip heeft dan de ander, konden de onderzoekers in deze studie niet vaststellen. Ze vermoeden dat het te maken heeft met individuele verschillen in de stofwisseling, effecten van voedingskeuzes en activiteitenniveaus.

Bron: King’s College London