Geen bewijs voor supplementen bij syndroom van Down

Het merendeel van de kinderen met het syndroom van Down krijgt voedingssupplementen van hun ouders. Maar er is geen wetenschappelijk bewijs dat dit gunstig is voor de fysieke gezondheid of het cognitief functioneren. Wel is er meer onderzoek nodig naar voeding en tekorten bij deze doelgroep. Dat concluderen onderzoekers van de Wageningen University & Research (WUR).

Veel vragen

De Stichting Downsyndroom (SDS) krijgt veel vragen over het gebruik van supplementen bij kinderen met het syndroom van Down. Naar aanleiding hiervan vroegen zij onderzoekers en studenten van de WUR om te analyseren wat de laatste stand van zaken is hierover. De onderzoekers deden dit door middel van literatuuronderzoek, enquêtes onder 234 ouders en diepte-interviews met 5 ouders, 2 artsen, 2 diëtisten en een fabrikant.

Meerderheid krijgt supplementen

Meer dan de helft van de ouders (61 procent) geeft hun kind een voedingssupplement. Dit zijn vooral vitamine D (57 procent), reguliere multivitaminen (43 procent) en vitamine C (18 procent). De belangrijkste reden voor ouders is om het immuunsysteem van het kind te verbeteren. Een deel van de ouders (18 procent) geeft hun kind supplementen die specifiek claimen gunstig te zijn voor de (cognitieve) ontwikkeling bij het syndroom van Down. Deze zijn in Nederland niet te verkrijgen, maar wel in de Verenigde Staten (VS) en Canada.

Liever uit gewone voeding

Artsen en diëtisten zijn terughoudender in het gebruik van supplementen. In de richtlijn voor medische begeleiding van kinderen met Downsyndroom staan geen aanbevelingen voor het gebruik van supplementen, behalve het algemene advies voor alle kinderen om tot 4 jaar een supplement vitamine D te geven. Zowel artsen als diëtisten geven er de voorkeur  aan de essentiële voedingsstoffen uit gewone voeding te halen.

Groter risico op tekorten

Ook uit de literatuurstudie bleek dat er te weinig bewijs is voor een gunstig effect van voedingssupplementen. Wel bleek dat kinderen met het syndroom van Down vaker dan andere kinderen een tekort hebben aan vitamine A, D, B12, foliumzuur, zink, ijzer en calcium. Oorzaken hiervoor zijn vooral dat deze kinderen vaker problemen met eten ondervinden, zoals moeite met eten en slikken, en ook het eetgedrag is regelmatig afwijkend van dat van andere kinderen.

Adviezen voor ouders

Aan de hand van de resultaten heeft het onderzoeksteam een aantal adviezen opgesteld voor ouders. Als ouders voedingstekorten vermoeden bij hun kind, is het advies eerst contact te zoeken met een diëtist die ervaring heeft met kinderen met het syndroom van Down. De diëtist kan helpen de voedingstekorten op te lossen door middel van adviezen en begeleiding bij gewone voeding. Pas als dit niet lukt, zijn supplementen een goed alternatief. In dat geval zijn multivitaminen voor kinderen het meest geschikt. De vitamines uit de VS of Canada worden niet aanbevolen. Sommige hiervan bevatten te hoge doses vitamine B6, wat kan leiden tot klachten aan het zenuwstelsel.

Bron: Wageningen University & Research