Diëtist Harriët Jager-Wittenaar benoemd tot bijzonder hoogleraar

Harriët Jager-Wittenaar wordt per 1 september 2023 benoemd tot bijzonder hoogleraar Diëtetiek en transmurale voedingszorg aan het Radboudumc/de Radboud Universiteit in Nijmegen. Haar onderzoek richt zich op preventie en behandeling van ondervoeding bij zieken en ouderen.

Tweede hoogleraar Diëtetiek

De leerstoel van Jager-Wittenaar geldt voor een periode van 3 jaar en wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Deze leerstoel is de 2^e leerstoel Diëtetiek in Nederland en de 1^e in een academisch ziekenhuis. De eerste hoogleraar Diëtetiek in Nederland is prof. Marian de van der Schueren, die 3 jaar geleden werd benoemd aan Wageningen University & Research.

Deeltijd lector

Jager-Wittenaar studeerde Voeding en Diëtetiek aan de Hanzehogeschool Groningen. Ze werkte van 1997 tot 2011 als diëtist in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). In 2010 promoveerde ze op onderzoek naar ondervoeding bij patiënten met hoofd-halskanker. Ze blijft in deeltijd werkzaam als lector Malnutrition and Healthy Ageing aan de Hanzehogeschool Groningen, waar ze sinds 2011 aan verbonden is.

Focus op ondervoeding

Ondervoeding voorkomen, dat is de missie van Jager-Wittenaar. ‘Ik wil een verschuiving realiseren van de late herkenning en behandeling van aanwezige ondervoeding naar de signalering en behandeling van risicofactoren voor dreigende ondervoeding.’ Zelf kwam Jager-Wittenaar veel ondervoeding tegen tijdens haar werk als diëtist in het UMCG. Daar behandelde ze veel mensen met tumoren in het hoofd-halsgebied die het eten bemoeilijkten. Ze werd gegrepen door het wetenschappelijk onderzoek hiernaar. Jager-Wittenaar: ‘Ik ontdekte dat ik met behulp van wetenschappelijk onderzoek de zorg rondom de patiënt kon verbeteren.’

Risicofactoren voor ondervoeding

In de afgelopen jaren heeft Jager-Wittenaar vanuit verschillende invalshoeken onderzoek gedaan naar ondervoeding bij ouderen en zieken. Ze concludeerde dat ondervoeding regelmatig erg laat wordt opgemerkt. Dat moet anders, vindt ze. Er zijn risicofactoren voor ondervoeding, zoals vermoeidheid, verminderde eetlust en slikklachten, maar ook sociale factoren als economische omstandigheden en de afwezigheid van mantelzorg of een sociaal vangnet, die al vroegtijdig behandeld kunnen worden. Daar moet, wat haar betreft, meer focus op komen.

3 thema’s

Het onderzoek in de leerstoel richt zich op 3 thema’s:

• Thema 1. Wetenschappelijke onderbouwing voor diëtistische interventies
  Praktijkervaring vertalen naar wetenschappelijk bewijs en richtlijnen. En ook kennis uit onderzoek naar de patiënten brengen, zowel in het ziekenhuis als bij mensen thuis.
• Thema 2: Meer samenwerking tussen zorgprofessionals
  Juist omdat de risicofactoren voor ondervoeding zoveel verschillende elementen in zich hebben is nauw overleg tussen verschillende disciplines onontbeerlijk voor de totstandkoming van een gezamenlijk behandelplan. Het gaat dan niet alleen om artsen, diëtisten en andere (para)medici, maar ook professionals uit het sociale domein.
• Thema 3: Transmurale voedingszorg
  Interprofessionele samenwerking binnen de gehele zorgketen is effectief voor het verbeteren van de inname en voedingstoestand. ‘Zo kunnen we ondervoeding voorkomen’, aldus Jager-Wittenaar.

Bron: Radboudumc