Lof der onkunde

Zo’n honderd jaar geleden studeerde ik af aan de Hogeschool van Amsterdam. Met mijn kersverse diploma op zak voelde ik me de ultieme expert, de koningin van het eten, de hooggeleerde professor van de dieetkunde. Álles wist ik van voeding en dieet, niemand kon me meer iets wijsmaken.

Met veel bravoure zocht ik een baan in een ziekenhuis en vertelde daar aan andere mensen hoe en wat ze moesten eten. Later ging ik schrijven over wat mensen zouden moeten eten. Ik verdiende mijn geld met mijn kennis en vond dat meer dan terecht.

Nu is het dus zo’n honderd jaar later. En het gekke is: hoe langer geleden ik ben afgestudeerd, hoe minder ik weet. En nee, ik ben heus niet alles vergeten wat ik geleerd heb op school, al zou ik niet meer exact weten hoe de citroenzuurcyclus zijn rondjes maakt. En ja, ik lees heus wel mijn vakliteratuur en hou het nieuws bij.

Dat is het ‘m nou juist.

Hoe meer nieuws en onderzoek ik lees, hoe meer vragen ik krijg.

Ik zie steeds meer diepe zwarte gaten in mijn kennis. Hoe zit dat nu écht met de verschillende soorten verzadigd vet? Hoe betrouwbaar zijn calorieëntabellen? Welke vezels zijn beter dan de andere? Hoe kun je meer bruin vet kweken? Waarom krijgt de ene persoon wél en de ander geen diabetes mellitus type 2? Bestaat het jojo-effect dus niet? Word je echt jaren ouder als je levenslang nét te weinig eet? Is vegetarisch eten de oplossing voor het wereldvoedselprobleem?

Misschien moet ik terugnaar school. Of misschien moet ik nóg meer lezen, nog meer congressen bezoeken, nog meer collega’s bezoeken en ervaringen uitwisselen.

Maar misschien is kennis wel vooral dit: weten wat je allemaal niet weet.

Gepubliceerd op 29 juli 2013

Door Karine Hoenderdos

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.