Voedingssupplementen: baat het niet, dan schaadt het (mogelijk) wél

‘De globale markt voor voedingssupplementen was in 2018 naar schatting 115 miljard dollar wereldwijd. Dit betreft naar schatting meer dan 50.000 verschillende soorten voedingssupplementen. Hiervan zijn er slechts 5 à 6 bewezen werkzaam voor sporters.’ Dat vertelde sportdiëtist Vera Wisse tijdens de DCN Academy op 20 januari in Veenendaal. Circa 97 procent van de Nederlandse (sub)topsporters gebruikt 1 of meerdere supplementen. Volgens Wisse is het daarom belangrijk om kritisch te zijn op het gebruik hiervan bij cliënten.

Gevaar voor de gezondheid

Het oude gezegde “Baat het niet, dan schaadt het niet” is volgens Wisse al lang verleden tijd. Zo kunnen supplementen in hoge doseringen schadelijk zijn voor de gezondheid. Als voorbeeld noemde Wisse vitamine B6, dat vaak in hoge doseringen in supplementen zit en ook “verborgen” in andere producten als sportdrank. Een te hoge dosis kan zenuwschade geven. Ook zijn er sporters die uit voorzorg ijzersupplementen nemen, terwijl teveel ijzer leverschade kan geven. Het risico op overdosering is vooral hoog als er meerdere supplementen naast elkaar worden genomen.

Vraag het altijd na

Wisse pleit er dan ook voor dat diëtisten hier actie op ondernemen: ‘Wees kritisch op supplementgebruik bij je cliënten en wees altijd op de hoogte van nieuwe supplementen en hun eventuele werkzaamheid. Het is namelijk jouw taak om de cliënt juist te informeren.’ Voor sporters is het daarnaast nog belangrijk om zeker te weten dat supplementen geen doping bevatten. De Dopingautoriteit heeft daarvoor het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT) opgesteld. Dit is een lijst met toegestane voedingssupplementen die gegarandeerd geen doping bevatten. Wisse: ‘Het feit dat een supplement goedgekeurd is, betekent niet automatisch dat het ook werkzaam is.’ Volgens haar zijn er maar een handjevol supplementen die bij sport effect kunnen hebben, zoals creatine en cafeïne. Tot slot haalde Wisse haar favoriete quote aan van Prof. Ron Maughan, voorzitter van de voedingswerkgroep van het Internationale Olympisch Comité: ‘If it works it is probably banned, if it’s not banned it probably doesn’t work. There are only a few exceptions.’ Kortom: als een voedingssupplement werkt dan is het waarschijnlijk niet toegestaan en als het is toegestaan, werkt het waarschijnlijk niet. Er zijn slechts een paar uitzonderingen op deze regel.

Gepubliceerd op 23 januari 2020

Door Laura Gerritsma

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.