‘Voeding van coronapatiënten speelt belangrijke rol bij herstel’

COVID-19 patiënten blijven soms weken op de intensive care (IC) aan de beademing. Dat vraagt om een specifieke voedingsaanpak. Arthur van Zanten, intensivist bij Ziekenhuis Gelderse Vallei weet daar alles van. ‘Juist bij patiënten die extreem lang op de IC liggen, is voeding tijdens én na de IC-opname extra belangrijk voor hun herstel.’

4 verschillende fases

Van Zanten doet al meer dan 10 jaar voedingsonderzoek op de IC. Samen met Wageningen University & Research (WUR) onderzoekt hij de rol van voeding bij herstel na een IC-opname. Voor een optimale voedingstherapie onderscheidt hij verschillende fases. ‘In elke fase is voeding belangrijk en steeds is een andere aanpak vereist.’

  1. De acute fase van metabole stress op de IC (globaal dag 1-4)
  2. De post–acute fase van metabole stress op de IC (normaal dag 5-10 en bij COVID-19 vaak aanzienlijk langer)
  3. De herstelfase op de verpleegafdeling van het ziekenhuis
  4. De herstelfase na ontslag uit het ziekenhuis

Acute fase: sondevoeding

In de acute fase is de hoeveelheid eiwit essentieel. De manier waarop voeding wordt toegediend is bij COVID-19 patiënten anders dan gebruikelijk. Van Zanten: ‘We plaatsen sneller dan normaal een voedingssonde omdat de toestand ineens kan verslechteren en patiënten vaak niet in staat zijn zelf voldoende te eten.’ De sonde wordt via de mond geplaatst, omdat de patiënten in buikligging worden beademd. Een neussonde geeft bij buikligging namelijk kans op decubitus van de neusvleugels. Van Zanten: ‘We proberen zo snel mogelijk sondevoeding te starten en vermijden parenterale voeding, zodat de darmwerking goed op gang blijft. Het refeeding syndroom is, net als bij alle IC-patiënten, ook bij COVID-19 patiënten een belangrijk aandachtspunt in deze fase.”

Post–acute fase: eiwitinname verhogen

COVID-19 patiënten houden aan de periode op de IC een groot spierverlies over. Van Zanten: ‘In de eerste 10 dagen op de IC verliezen patiënten tot 1 kg aan spiermassa per dag. Hoe het verloop in spiermassa tijdens de lange ligduur bij COVID-19 is, weten we nog niet. In elk geval is tijdens de post-acute fase de aandacht voor eiwitten nog steeds ontzettend belangrijk. Het advies is de eiwitinname te verhogen naar minimaal 1,5 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag.’ In deze fase kunnen patiënten ook (tijdelijk) nierinsufficiëntie ontwikkelen. Dan bestaat de neiging om de hoeveelheid eiwit te verminderen, maar dat raadt Van Zanten af. ‘Patiënten hebben de eiwitten echt nodig voor hun spierherstel. We adviseren, indien nodig, nierfunctievervangende therapie eerder te starten, bij voorkeur een dialyse op de IC die 24 uur per dag doorgaat.’

Herstelfase op verpleegafdeling: voedingsinname goed monitoren

Ook in deze fase is 1,5 – 2,0 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag het advies. Van Zanten: ‘Vaak is gedeeltelijk sondevoeding of een eiwitrijke drank nodig om deze eiwitbehoefte te behalen omdat COVID-19 patiënten vaak slikproblemen hebben, vooral als ze lang beademd zijn. Bij patiënten met slikproblemen kost eten zoveel moeite, dat ze stoppen met eten voor ze voldoende energie en eiwit hebben binnengekregen. Dan gaan ze drankjes drinken of lichte dingen eten, maar daar zit vaak te weinig eiwit in, terwijl ze dat juist nodig hebben voor hun spieropbouw.’ Een extra handicap zijn de zuurstofkapjes die sommige COVID-19 patiënten nog nodig hebben na de IC. Een zuurstofkapje bemoeilijkt het eten, terwijl zonder kapje de verzadiging van zuurstof in het bloed daalt. Van Zanten: ‘In die situatie kiezen we vaak voor sondevoeding omdat COVID-19 zo lang duurt dat we niet kunnen zeggen: goed eten komt over een paar dagen wel. En om die reden adviseren we diëtisten, verpleegkundigen, voedingsassistentes en artsen om samen de voedingsinname goed te monitoren.’

Herstelfase na ontslag uit het ziekenhuis: vaak reuk- en smaakverlies

Na ontslag uit het ziekenhuis volgt voor COVID-19 patiënten een lange herstelperiode thuis, of in een revalidatie- of verpleeghuis. Ook tijdens deze herstelperiode, die voor COVID-19 patiënten misschien wel tot meer dan een jaar na de IC kan duren, is goede voeding volgens Van Zanten belangrijk. Samen met ergotherapie, fysiotherapie en revalidatie draagt het bij aan herstel. Van Zanten: ‘In Ziekenhuis Gelderse Vallei ontwikkelen we op dit moment een Zorgpad Nazorg COVID-19, waarin veel aandacht voor voeding en bewegen zal zijn.’ Tijdens de herstelperiode is aandacht vereist voor een (tijdelijk) verlies van reuk en smaak, waar veel COVID-19 patiënten last van krijgen na de IC. Van Zanten: ‘Dit zijn effecten van het virus op het centraal zenuwstelsel; we weten nog niet hoe lang dit gemiddeld duurt. Het leidt vaak tot een verminderde eetlust, waardoor patiënten geneigd zijn te weinig te eten. Juist tijdens de herstelperiode in de thuissituatie zijn specifieke adviezen en een goede monitoring nodig om voldoende voedingsstoffen in te nemen.’

Lees het hele interview op de website van Alliantie Voeding in de zorg

Gepubliceerd op 23 april 2020

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.