Vleesconsumptie Nederland stijgt licht

Voor het eerst sinds 10 jaar is er weer een lichte stijging gevonden in de vleesconsumptie. Het totale verbruik van vlees en vleeswaren (op basis van karkasgewicht) per hoofd van de bevolking bedraagt in 2018 iets meer dan 77 kg. Dit is gelijk aan het niveau van 2005 en hoger dan het niveau van 2015, zo blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research.

Dagelijks 105 gram

De 77 kg verbruik van vlees en vleeswaren is niet wat we feitelijk geconsumeerd hebben. Het is het totale karkasgewicht, dus vlees inclusief been, vet en zwoerd. Als vuistregel geldt dat daarvan ongeveer de helft (grofweg 38,5 kg) ook echt gegeten is. Omgerekend zou dat neerkomen op circa 105 gram vlees per hoofd van de bevolking per dag.

Oplopende trend vleesconsumptie

De nieuwe cijfers van 2018 betekenen dat er voor het eerst in 10 jaar weer een oplopende trend is. In de jaren 2008-2009 was er voor het laatst sprake van een stijging. In de periode 2010 tot 2015 daalde het verbruik in Nederland van zo’n 79 kg naar minder dan 77 kg. In 2016 en 2017 stabiliseerde het vleesverbruik.

Varkensvlees meest populair

De verhouding tussen de verschillende soorten vlees is in 2018 nauwelijks veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. Bijna de helft  – ruim 36 kg – bestaat uit varkensvlees. Pluimveevlees staat met ruim 22 kg op nummer 2 en rundvlees met bijna 16 kg op nummer 3. De consumptie van kalfsvlees is met 1,3 kg een stuk lager, net als de van schapen- en geitenvlees (samen 1,2 kg). Paardenvlees wordt heel weinig gegeten (0,1 kg).

Verschillende bronnen

In augustus 2019 maakte marktbureau IRI melding van een daling in de hoeveelheid roodvleesproducten (rund- en varkensvlees en wild) dat verkocht is bij een aantal supermarktketens sinds 2017 tot medio 2019. Dit is een andere en minder omvattende wijze van dataverzameling dan de door Wageningen University gehanteerde berekeningswijze. Volgens de onderzoekers kan aan de hand van de nieuwe cijfers alleen gespeculeerd worden of de stijgende trend te maken heeft met de lage prijs van vlees, een lang “barbecueseizoen” in 2018 of wellicht ook met een stijging van horecamaaltijden die geserveerd zijn aan een toenemend aantal toeristen.

Bron: Wageningen University & Research