Toename anorexia onder 10- tot 14-jarigen
Anorexia nervosa komt steeds vaker voor bij meisjes van 10 tot 14 jaar. Dat blijkt uit het proefschrift van Annelies van Eeden, psychiater en promovenda aan de Parnassia Groep Academie. De stijging in de afgelopen 40 jaar kan mogelijk worden verklaard door de invloed van sociale media en het eerder beginnen van de puberteit.
Wereldwijde prevalentie
Van Eeden richtte zich voor haar proefschrift op de prevalentie van eetstoornissen en de risicofactoren die een rol spelen bij het ontstaan van deze ernstige aandoeningen. De onderzoeksgegevens laten zien dat de incidentie van anorexia nervosa (AN) onder meisjes van 10 tot 14 jaar de afgelopen 40 jaar is toegenomen. Het aantal nieuwe diagnoses van boulimia nervosa (BN) is daarentegen de laatste 10 jaar gestabiliseerd. Ze concludeert dat AN en BN wereldwijd voorkomen en gepaard gaan met een verhoogd sterfterisico.
Eetstoornissen treffen alle leeftijden
In haar proefschrift benadrukt Van Eeden dat eetstoornissen niet alleen jonge vrouwen treffen, maar ook mannen en oudere leeftijdsgroepen. Stigmatisering van deze groepen maakt het lastiger om een eetstoornis tijdig te herkennen en behandelen. Uit langlopend onderzoek blijkt verder dat angstige kinderen en kinderen met een hoog lichaamsgewicht een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van eetproblemen in de jongvolwassenheid.
Kwetsbaarheids-stressmodel
De onderzoeken leveren nieuwe inzichten op over risicofactoren en beïnvloedende factoren bij het ontstaan van eetproblemen. Van Eeden legt dit in haar proefschrift uit aan de hand van het kwetsbaarheids-stress model (vulnerability-stress model). De interactie tussen kwetsbaarheid (bijvoorbeeld veel negatieve emoties of vroege ingrijpende gebeurtenissen) en invloeden vanuit de omgeving (bijvoorbeeld leven in een samenleving waarin – sterk aangemoedigd door sociale media – een dun lichaam als ideaalbeeld wordt gezien) lijkt een belangrijke rol te hebben in de ontwikkeling van eetproblematiek.
Toekomstig onderzoek
Het proefschrift onderstreept het belang van vroege preventie en behandeling van eetstoornissen om zo schadelijke gevolgen van eetstoornissen te beperken. Toekomstig onderzoek zou zich volgens Van Eeden moeten richten op factoren als angstgevoelens, lichaamsgewicht, sociale media en ontevredenheid over het lichaam. Dit om aangrijpingspunten te ontdekken voor de verdere preventie en behandeling van eetstoornissen.
Van Eeden promoveerde in januari aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar proefschrift “Mirror mirror on the wall, who is the most at risk of all? – Epidemiological studies on eating disorders” is hier te lezen.
Gepubliceerd op 10 februari 2025
Door Sophie Luderer
Niet te vergeten in deze samenhang is de invloed van de pandemie-maatregelen op de psychisch-sociale gezondheid van jeugdigen. Dit is momenteel in Duitsland waar ik woon en werk een controverse politieke en pedagogische discussie geworden.