Signalering ondervoeding bij obesitas
De bestaande methoden om ondervoeding te diagnosticeren zijn niet goed toepasbaar bij mensen met obesitas, blijkt uit een recente review in het wetenschappelijke tijdschrift Nutrition Research Reviews. De Nederlandse onderzoekers benadrukken de noodzaak om de huidige hulpmiddelen voor het vaststellen van ondervoeding te herzien en aan te passen voor deze specifieke groep.
Andere lichaamssamenstelling
Het vaststellen van ondervoeding bij mensen met overgewicht of obesitas is lastig. De onderzoekers, waaronder hoogleraar Diëtetiek en lector Voeding, Diëtetiek en Leefstijl Marian de van der Schueren, stellen dat screeningsmethoden zich vaak richten op criteria die niet goed bruikbaar zijn bij een andere lichaamssamenstelling door overgewicht of obesitas. Zo is het criterium ondergewicht (BMI <18,5) niet bruikbaar omdat mensen met overgewicht of obesitas ook bij hoog gewichtsverlies bijna nooit onder de voorgestelde afkappunten voor ondergewicht uitkomen. Conventionele normen voor onbedoeld gewichtsverlies en verminderde spiermassa kunnen ook niet van toepassing zijn vanwege de andere lichaamssamenstelling van mensen met obesitas. Gewichtsverlies van 3 kilogram is bij iemand van 60 kilogram bijvoorbeeld wat anders dan bij iemand van 160 kilogram. En veel mensen met overgewicht of obesitas zitten boven de afkapwaarden voor een lage spiermassa, omdat zij door hun overgewicht een relatief hoge spiermassa hebben. Zo worden zij niet als ondervoed gediagnostiseerd. Ook veelgebruikte methoden als bovenarm- of kuitomtrek overschatten de spiermassa bij overgewicht of obesitas. Daarnaast kunnen voor criteria als verminderde eetlust en -voedselinname aangepaste normen nodig zijn voor deze groep.
Voorkomen van onderdiagnose
Om tot een betere behandeling te kunnen komen van ondervoeding bij mensen met overgewicht of obesitas, moeten we eerst komen tot een betere herkenning bij deze groeiende doelgroep, benadrukken de onderzoekers. De bestaande GLIM-criteria voor ondervoeding kunnen een startpunt bieden. Maar gebruik van indicatoren zoals een lage BMI of percentage gewichtsverlies kan leiden tot onderdiagnose van ondervoeding, omdat deze onvoldoende rekening houden met de specifieke voedingsbehoeften en lichaamssamenstelling van mensen met overgewicht of obesitas. Ook kunnen bestaande screeningsmethoden tekortschieten omdat ze meer waarde hechten aan metingen zoals gewicht en lengte, in plaats van te kijken naar specifieke voedingsbehoeften.
Aanpassen van screeningsinstrumenten
Het aanpassen van de bestaande screeningsinstrumenten met geschikte normen voor gewichtsverlies en spiermassaverlies bij obesitas is noodzakelijk, stellen de onderzoekers. Verder onderzoek is nodig om zorgverleners beter in staat te stellen ondervoeding bij deze groep eerder te herkennen en te behandelen. Dit zal uiteindelijk leiden tot een verbeterde zorgkwaliteit en een beter welzijn voor mensen met obesitas.
Gepubliceerd op 9 september 2024
Door Sophie Luderer