‘Reuktherapie biedt mogelijk uitkomst bij reukverlies’

Verloren reukvermogen (anosmie) is misschien terug te winnen met reuktherapie. Dat denkt neurobioloog Elbrich Postma op basis van onderzoek naar de hersenactiviteit bij mensen met reukverlies. Op 15 januari promoveerde ze aan Wageningen University & Research. Uit haar onderzoek blijkt verder dat de eetlust niet lijdt onder reukverlies.

Van coronavirus tot ouderdom

Van de Nederlandse bevolking heeft 5 tot wel 20 procent een verminderd reuk- en/of smaakvermogen. Dit kan allerlei oorzaken hebben, zoals een verkoudheid, griep, een ongeluk of ouderdom. Ook veel COVID-19-patiënten verliezen hun reuk- en smaakvermogen. ‘Reukverlies heeft invloed op de kwaliteit van leven’, aldus Postma. ‘Patiënten genieten minder van hun eten en ze lopen gevaar omdat ze rook en gas niet meer goed kunnen ruiken.’ Volgens Postma kunnen patiënten ook onzeker worden over hun eigen lichaamsgeur en er zijn zelfs mensen die depressief worden door reukverlies.

Bij aangeboren reukverlies andere smaakvoorkeur

Tot op heden was er weinig bekend over de effecten van reuk- en smaakverlies op het eetgedrag. Postma deed onderzoek bij patiënten met reukverlies. Tegen haar verwachting in vond ze dat reukverlies er niet voor zorgt dat mensen minder of anders gaan eten. Patiënten met reukverlies hebben een vergelijkbaar eetpatroon als de gemiddelde Nederlander. Naast geur en smaak zijn er talloze andere factoren die invloed hebben op de daadwerkelijke voedselinname, zoals de sociale situatie waarin iemand eet en de aangeleerde eetgewoontes. Wel blijkt dat patiënten met aangeboren reukverlies, die hun hele leven al niet konden ruiken, voorkeur hebben voor voedingsproducten met een sterkere smaak.

Reukverlies en hersenactiviteit

Ook onderzocht Postma de effecten van reukverlies op de hersenen. Hiervoor liet zij patiënten met reukverlies in de MRI-scanner van Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede geuren ruiken. ‘De patiënten twijfelden aanvankelijk of dit wel zinvol was’, vertelt Postma: ‘Zij roken immers niets en hoezo zouden ze dan in de MRI-scanner wel een geurgewaarwording ervaren?’ En hoewel de patiënten in de MRI-scanner inderdaad aangaven niks te ruiken, bleken de hersenen van de patiënten toch te reageren op deze geuren. ‘In de basis was het reukvermogen dus nog aanwezig’, concludeert Postma.

Geurtraining om reukvermogen te herwinnen

Deze ontdekking biedt volgens Postma perspectief voor de behandeling van patiënten met recent reukverlies: ‘Je kunt daarbij denken aan reuktherapie, zoals je fysiotherapie aanbiedt. We vragen dan patiënten die bijvoorbeeld een rozengeur krijgen aangeboden, sterk te denken aan de vroegere ervaring van die geur. De opzet is dat je met veel oefenen zo de verbinding in de hersenen herstelt zodat de ervaring van rozengeur terugkeert.’

Bron: Wageningen University & Research

Gepubliceerd op 15 januari 2021

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.