Paramedische herstelzorg na COVID-19 met een jaar verlengd

De paramedische herstelzorg voor coronapatiënten wordt met een jaar verlengd. Oorspronkelijk zou de regeling aflopen op 1 augustus 2021, maar op verzoek van de Tweede Kamer is dit verschoven naar 1 augustus 2022. Dat schrijft demissionair minister Hugo de Jonge van VWS in een kamerbrief.

Verlenging

De regeling voor mensen met ernstige klachten na een besmetting met COVID-19 werd op 18 juli 2020 opgenomen in het basispakket. Vanaf 19 oktober konden de eerste declaraties ingediend worden. Omdat toen nog niet bekend was hoe de pandemie zou verlopen, werd de herstelzorg in eerste instantie voor 1 jaar vastgelegd. Aangezien daarna nog een 2e en 3e golf kwamen, is verlenging van de regeling noodzakelijk voor de mensen die toen ziek zijn geworden, aldus De Jonge.

Termijn van 4 maanden verlengd naar 6

Naast de verlenging zijn er ook wat wijzigingen in de regeling. Oorspronkelijk mocht er maximaal 4 maanden zitten tussen het einde van het acute ziektestadium en de verwijzing naar de paramedische herstelzorg. Maar bij een kleine groep mensen houdt het acute stadium lang aan en dan is de termijn van 4 maanden te krap. Deze termijn is op advies van het Zorginstituut verlengd naar 6 maanden.

Wijziging in manier van verwijzen

Een andere wijziging is dat ook de huisarts mag verwijzen voor een 2e behandelperiode. In de vorige regeling mocht alleen een medisch specialist dit doen, omdat er vanuit gegaan werd dat mensen met dusdanig lange klachten (zoals longafwijkingen, spier- en peesverkortingen en neuropathieën) al gezien werden door een specialist. Maar in de praktijk blijkt dat er ook een groep mensen is die wel een 2e behandeltermijn nodig heeft, maar geen specialistische zorg. Om de specialistische zorg te ontzien, kan de huisarts nu ook die verwijzing afgeven.

Bron: Rijksoverheid

Gepubliceerd op 23 juni 2021

Door Marjolein Streur

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.