Onderzoekers beschrijven ander model voor ontstaan obesitas

Te veel eten is niet de primaire oorzaak van overgewicht. Het probleem is dat het huidige eetpatroon te veel producten bevat met een hoge glycemische lading. De omgeving speelt hierbij een rol doordat er overal sterk bewerkte producten met snel verteerbare koolhydraten verkrijgbaar zijn. Dat stellen 17 onderzoekers in een artikel gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition.

Energiebalans is achterhaald

In het artikel publiceren de onderzoekers, onder wie Harvardprofessoren David Ludwig en Walter Willet, een nieuw model voor het ontstaan van obesitas. Ze stellen dat het “oude” model van de energiebalans achterhaald is. In het oude model worden alle calorieën gelijk gesteld aan elkaar. Het metabole effect van de verschillende nutriënten wordt niet meegenomen en het model verklaart niet de biologische oorzaken van gewichtstoename en calorie-inname.

Het koolhydraat-insuline model

De auteurs brengen een ander model onder de aandacht: het koolhydraat-insuline model. In dit model ligt de nadruk niet zozeer op de hoeveelheid calorieën, maar meer op de bron van de calorieën en de hormonale en metabole reacties op wat iemand eet. Het eten van sterk bewerkte, koolhydraatrijke producten veroorzaakt hormonale responses die de stofwisseling veranderen, met meer vetopslag, gewichtstoename en obesitas als gevolg. De glycemische lading van producten speelt hierbij een centrale rol. Na het eten van producten met een hoge glycemische lading geeft het lichaam snel weer een hongersignaal af, waardoor mensen gaan overeten.

Omdraaien van oorzaak en gevolg

Het kijken vanuit het perspectief van het koolhydraat-insuline model geeft een omgekeerde blik op de oorzaak van obesitas. In het model van energiebalans is de aanname dat mensen zwaarder worden omdat ze overeten. In het koolhydraat-insuline model wordt het overeten juist gezien als een gevolg en niet als de oorzaak. Omdat mensen het verkeerde eten, ontstaat meer vetopslag en gaat het lichaam vragen om meer. Hierdoor gaan mensen steeds meer eten. Of zoals de auteurs het zelf uitleggen; een puber gaat niet meer eten om te groeien. Een lichaam in de groei vraagt om meer eten, en daarom stijgt de energie-inname. De oorzaak zit niet in het overeten, maar in biologische en fysiologische veranderingen.

Andere aanpak

Als de ideeën volgens het koolhydraat-insuline model kloppen, dan heeft dit een grote invloed op hoe mensen gewicht kunnen verliezen. Het minderen van de energie-inname bij  een hoog-glycemisch eetpatroon lijkt niet zinvol. Het vermindert niet de aanleg voor vetopslag of het gevoel van honger. Het hongergevoel zal eerder toenemen. Het eten van producten met een lage glycemische lading zou veel zinvoller zijn, voor zowel het metabolisme als het minderen van het hongergevoel. Maar dit wordt wel bemoeilijkt door de huidige omgeving waarin juist hoog-glycemische voedingsmiddelen in overdaad aanwezig zijn.

Van theorie naar de praktijk

De auteurs erkennen dat meer onderzoek nodig is om het model verder te testen. Ze beschrijven zowel onderzoeken die het model bevestigen als kritieken op het model. Ze roepen vooral op tot een open discussie over de verschillende mechanismes die bijdragen aan obesitas, om zo tot een betere aanpak te kunnen komen.

Bron: The American Journal of Clinical Nutrition

Gepubliceerd op 15 september 2021

Door Marjolein Streur

Reageer op dit artikel

  1. Frank Conijn 20 september 2021 at 20:32 - Reply

    Die theorie bestaat al sinds de jaren ’70-’80. De vraag is: hoe sterk is het bewijs? Kennelijk is dat niet sterk, want de auteurs schrijven dat grondig onderzoek (nog steeds) nodig is. En voordat je sterk bewijs hebt, moet je dan het oude model niet obsoleet verklaren.

    Er zal ongetwijfeld een kern van waarheid in zitten. Maar ik zie in de praktijk dat ook body builders die te veel eiwitshakes nemen vetrollen krijgen. Terwijl eiwitten een zeer lage GI hebben….

    • Beroep: Gezondheidswetenschapper

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.