Ondervoeding bij ouderen: een ernstig en onderschat probleem

Terwijl in zorg en samenleving veel aandacht uitgaat naar overgewicht, blijft ondervoeding nog vaak onderbelicht. ‘Volkomen onterecht, want de gevolgen kunnen net zo ernstig zijn’, aldus epidemioloog Emiel Hoogendijk van Amsterdam UMC, die hierover een overzichtsartikel in The Lancet schreef. Zijn pleidooi: schakel op tijd een diëtist in.

Richtlijnen voor zorgverleners

Ondervoeding onder ouderen komt in ons land nog te vaak voor, en meer in zorginstellingen en ziekenhuizen dan bij thuiswonende ouderen. Hoogendijk: ‘Dat is algemeen bekend onder zorgverleners. Ziekte is een belangrijke risicofactor voor ondervoeding, omdat mensen dan minder kunnen of willen eten. Met de signalering van ondervoeding in het ziekenhuis is vaak weinig mis, maar na die signalering wordt soms onvoldoende actie ondernomen. Omdat er andere, medische prioriteiten zijn. Of omdat niet duidelijk is wie nou precies verantwoordelijk is voor het voedingsbeleid en wie daarin de regie houdt, ook na ontslag uit het ziekenhuis. Dan wordt bijvoorbeeld wel een voedingsadvies meegegeven, maar volgt niemand op of de patiënt dat naleeft. Of de arts verwijst naar een diëtist, maar heeft niet meer in beeld of de patiënt er ook daadwerkelijk heen gaat.’ Precies wat Hoogendijk en collega’s in The Lancet aankaarten: er zijn goede richtlijnen voor zorgverleners, maar die worden onvoldoende in praktijk gebracht.

Spiermassa

Dat moet anders, vindt Hoogendijk, want ondervoeding kan een cascade aan ernstige effecten teweegbrengen in zeer korte tijd. ‘Gewichtsverlies leidt bij ouderen snel tot afname van de spiermassa. Dat kan functionele gevolgen hebben: minder bewegen, slechter lopen. De algehele conditie wordt minder, de botten verzwakken en de kans op vallen neemt toe. Daardoor gaan mensen niet meer graag de deur uit en raken ze in een isolement. Dat kan dan weer vergaande psychosociale effecten hebben: mensen vereenzamen of ervaren dat hun levenskwaliteit afneemt. Het gaat dus om een breed scala aan onderling gerelateerde klachten.’

Buikje als reserve

Hoe is dit alles te voorkomen? Hoogendijk: ‘Allereerst door ervoor te zorgen dat de spierkracht en spiermassa op peil blijven, met goede voeding en voldoende fysieke activiteit.’ Hij benadrukt: ‘Voorkomen en behandelen zijn wel 2 verschillende dingen. Als iemand al ondervoed is, is bewegen juist niet het eerste doel. Dan wil je dat iemand eerst aansterkt. Spiermassa terugwinnen is op latere leeftijd echter niet eenvoudig.’ In een omgeving die gericht is op de aanpak van overgewicht vraagt dat een andere focus, merkt Hoogendijk: ‘We letten er goed op – zeer terecht – dat ouderen niet te zwaar worden, onder meer om de cardiovasculaire risico’s te minimaliseren. Tegelijk moeten we ons wel blijven realiseren dat ondergewicht net zo gevaarlijk kan zijn. Dat een buikje bij een oudere misschien niet per se een probleem is, maar juist de reserve die hij bij een operatie of tegenslag hard nodig heeft.’

Integrale blik

Zijn pleidooi is dan ook: schakel op tijd een diëtist in. Wat het beste advies is, is namelijk per patiënt verschillend. Er moet ook goed gekeken worden naar wat in de praktijk haalbaar is. Daarin speelt de omgeving – familie, vrienden, de thuiszorg – een belangrijke rol. ‘Creëer bijvoorbeeld vaste en liefst gezamenlijke eetmomenten. Dat helpt echt om voldoende en afwisselend te eten’, aldus Hoogendijk.

Bron: Amsterdam UMC

Gepubliceerd op 16 februari 2023

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.