Obesitas en reactie op brein en gedrag

De hersenen van mensen met obesitas registreren onvoldoende dat er eten in hun maag zit. En: exposure therapie is een effectieve behandeling tegen overeetgedrag. Dat waren 2 onderwerpen die aan bod kwamen tijdens het Nationaal Obesitas Congres van 7 maart in Amersfoort.  

Hersenactiviteit na vet of suiker 

‘Wat gebeurt er in de hersenen wanneer er eten in de maag komt? Dat hebben we onderzocht bij een groep van 28 mensen met een gezond gewicht en 30 personen met obesitas’, vertelde prof. dr. Mireille Serlie van Amsterdam UMC tijdens een van de paralelsessies op 7 maart. ‘We gaven via een neus-maagsonde een voeding van 250 ml met glucose of vet of gebruikten eenzelfde hoeveelheid water als controlemiddel. Op hetzelfde moment werd de hersenactiviteit gemeten met een MRI.’ Serlie gaf aan dat ze allerlei veranderingen zagen in de hersenen van mensen met een gezond gewicht. De onderzoekers hebben ook gekeken naar specifieke hersengebieden. Ze zagen via de MRI dat sommige gebieden wel en andere gebieden niet geactiveerd werden. Ook viel een verschil tussen een voeding met vet en een voeding met suiker op. Serlie geeft aan dat ze dat onder andere zagen in de nucleus accumbens. Elke hersenhelft heeft een nucleus accumbens. Samen vormen ze je complexe beloningssysteem. Dankzij dit deel van de hersenen kun je genot ervaren, kun je nieuwe kennis opdoen en vind je de motivatie die je nodig hebt voor je dagelijkse leven. Serlie: ‘In dit gebied zagen we, bij mensen met een gezond gewicht, activiteit door een voeding met vet of suiker.’ 

Geen verschil in hersenactiviteit 

Van de 30 mensen met obesitas werd de hersenactiviteit ook gemeten met een MRI tijdens het laten inlopen van voeding via een sonde. ‘In de 30 minuten dat de MRI duurde, zagen we geen significante veranderingen in de hersenfunctie bij deze mensen. Het kan wel zijn dat er íets gebeurt, maar dan was het in ieder geval niet duidelijk genoeg voor ons om te meten. Het kan natuurlijk ook zijn dat bij deze mensen de reactie van de hersenen later komt, maar zolang eet je meestal niet.’ Serlie concludeert dat de bevindingen duiden op een verminderde hersenreactie op de aanwezigheid van eten in de maag bij mensen met obesitas. Deze verstoorde reactie op eten kan grote effecten hebben op het eetgedrag en zou kunnen verklaren waarom mensen met obesitas vaak meer eten dan nodig is. Om te onderzoeken of deze verminderde hersenrespons verbetert na gewichtsverlies werden de personen met obesitas opnieuw gemeten nadat ze in 3 maanden tijd 10 procent waren afgevallen met behulp van een dieet. Serlie: ‘Ook na 10 procent gewichtsreductie was er geen verschil te zien. Hersenen veranderen dus waarschijnlijk niet mee tijdens het proces van afvallen, en dat zou het moeilijk kunnen maken om gezond eetgedrag vol te houden.’  

Blootstellingstherapie 

Onderzoeker Ghislaine Schyns van Maastricht University besprak tijdens de parallelsessie een innovatieve manier om overeetgedrag te behandelen via blootstellingstherapie. De basis van de therapie ligt in ”food cue reactiviteit”. Schyns: ‘Het gaat hier om psychische, fysiologische en cognitieve reacties die de vertering stimuleren. Dit zijn normale reacties, zoals de aanmaak van speeksel. Maar in een obesogene omgeving zijn er veel voedsel-geassocieerde cues. Denk maar aan de geur van een bakker of een fastfood-logo langs de snelweg. En ook in het dagelijks leven kunnen er volop cues zijn zoals een tijdstip, een kop koffie, Netflix en somberheid. Voor mensen met een verhoogde reactiviteit is het lastiger zich aan gezonde adviezen te houden. Zij zullen sneller overeten en gewichtstoename hebben.’ 

Wel ruiken en proeven, niet eten 

Stel, iemand neemt een paar keer een bonbon tijdens een avondje Netflix, dan worden op den duur die dingen met elkaar geassocieerd. Zodra de persoon weer Netflix aanzet, ontstaat automatisch de zin in bonbons. Het lichaam reageert door meer speeksel aan te maken, ter voorbereiding op het verteren van de snack. Schyns vertelde dat je deze aangeleerde respons ook kunt afleren. ‘Dat doen we met “food cue exposure”. Door mensen herhaaldelijk bloot te stellen aan hun favoriete snack, zonder ervan te mogen eten, wordt het makkelijker om dat voedsel voortaan te laten liggen. Tijdens de therapie mogen deelnemers een verpakking open maken, de snack vastpakken, er aan ruiken, proeven, maar ze mogen het niet eten. Alle relevante cues betrekken we hier dus bij, maar het eten belandt daarna wel in de prullenbak. Thuis werken deelnemers hier ook aan in voor hun relevante situaties. We zien dat dit werkt voor de voedingsmiddelen waaraan deelnemers werden blootgesteld. Van voedsel waarmee niet geoefend is, aten de deelnemers echter niet minder.’ Schyns gaf aan dat onderzocht wordt of deze therapie in een behandeling of GLI kan passen. ‘En we overwegen om de therapie te includeren in opleidingen van professionals.’

Gepubliceerd op 13 maart 2025

Door Christel Vondermans

Reageer op dit artikel

  1. Netty van Kaathoven 13 maart 2025 at 13:43 - Reply

    Als specialist en ervaren diëtist in Mindful & Intuïtief eten wil ik graag mijn ervaringen delen. Met name over de stelling “De hersenen van mensen met obesitas registreren onvoldoende dat er eten in hun maag zit”.
    Wat merk ik hiervan in mijn praktijk?
    1. Er kan sprake zijn van onbewust over-eten. Dat speelt vaker dan gedacht: 70% van de tijd eten we op de automatische piloot.
    2. Over-eten kan ook een gevolg zijn van te veel in het hoofd zitten waardoor er onvoldoende lichaamsbewustzijn is. Daardoor gaat er geen aandacht naar de signalen van een voller wordende maag.
    3. Over-eten als reactie op een voedselpolitie in het hoofd die wel aangeeft wat er wel en niet gegeten mag worden. Als er dan toch iets ‘fouts’ is gekozen, worden na enige tijd alle regels losgelaten. Om dan de volgende dag, week of de vakantie weer te gaan lijnen.

    Wat goed werkt voor een betere relatie met eten is leren Intuïtief & mindful eten.
    Dit is wetenschappelijk onderbouwd. Onderzoek toont aan dat mensen die hoog scoren op een intuïtieve eettest vaker een betere lichamelijke gezondheid hebben, een lagere BMI, minder cardiovasculair risico (Hawks et al. 2005) en een beter psychologisch welbevinden (Smith and Hawks 2006). Bovendien vertonen zij minder verstoord eetgedrag. Onderzoek over mindful eten laat zien dat mensen minder last hebben van impulsief eten, een lagere calorie-intake hebben en een voorkeur hebben voor gezondere eetkeuzes (Jordan, Wang, & Donatoni, 2014). Een 8 weekse training Mindful eten aan de Universiteit Maastricht gaf ook aan dat mensen minder last hebben van emotie-eten. Ze denken ook minder aan eten en hebben minder het gevoel dat ze de controle over eten verliezen.

    • Beroep - Diëtist
    • Ander beroep: - Leefstijlcoach

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.