Nieuwe internationale criteria voor ondervoeding
Er is wereldwijd eindelijk consensus bereikt over de criteria voor ondervoeding. Dat blijkt uit het consensusrapport, dat begin september is gepresenteerd op het congres van ESPEN. Bij ondervoeding is sprake van ten minste 1 fenotypisch criterium in combinatie met ten minste 1 oorzakelijk criterium.
5 criteria
In totaal zijn er 5 criteria voor ondervoeding: 3 fenotypische criteria en 2 oorzakelijke criteria. De 3 fenotypische criteria zijn:
- Ongewild gewichtsverlies: meer dan 5 procent in de afgelopen 6 maanden of meer dan 10 procent in een periode van meer dan 6 maanden
- Lage BMI: onder 20 voor volwassenen tot 70 jaar en onder 22 vanaf 70 jaar
- Verminderde spiermassa, gemeten met gevalideerde technieken (zoals FFMI, DXA, BIA, CT of MRI)
De 2 oorzakelijke criteria:
- Verminderde voedselinname of opname: minder dan 50 procent van de energiebehoefte gedurende meer dan een week of elke vermindering gedurende meer dan 2 weken of een chronische gastro-intestinale aandoening die de inname of opname vermindert
- Ontsteking of ziekte: bijvoorbeeld ernstige infectie, kanker, COPD, hartfalen, nierziekte
Ernst van ondervoeding
In het consensus-rapport zijn ook criteria opgesteld om onderscheid te maken tussen matige en ernstige ondervoeding. Van ernstige ondervoeding is bijvoorbeeld sprake als iemand meer dan 10 procent is afgevallen in de afgelopen 6 maanden, meer dan 20 procent in een langere periode of bij een BMI onder 18,5.
Bron: ESPEN
Gepubliceerd op 6 september 2018
Door Angela Severs