Nieuwe inventarisatie van voedingsproblemen bij COVID-19

Bij COVID-19 kunnen symptomen optreden die ondervoeding, sarcopenie en andere problemen in de hand werken. Om in kaart te brengen welke voedingsklachten voorkomen bij mensen die met COVID-19 werden opgenomen in het ziekenhuis, hebben 82 diëtisten van april tot december 2020 metingen gedaan bij deze patiëntengroep.

Het onderzoek

In het COVOED-onderzoek werden 407 mensen onderzocht die met COVID-19 opgenomen waren in het Amsterdam UMC, Zuyderland MC en het Franciscus & Vlietland ziekenhuis. Tijdens de opname in het ziekenhuis en bij begeleiding van een diëtist na ontslag werden de metingen uitgevoerd. De metingen stopten als de consulten bij de diëtist ophielden.

Voedingsproblemen bij COVID-19

Bijna alle patiënten (93 procent) hadden tijdens de opname een of meerdere problemen met voeding. De meest gehoorde klachten in relatie tot het eten waren een verminderd hongergevoel (58 procent), een vol gevoel (49 procent) en kortademigheid (43 procent). Zo’n 1 op de 3 mensen had verlies of verandering van smaak, reuk of beide.

Ondervoeding en sarcopenie

Bijna de helft van de opgenomen patiënten (40-50 procent) was ondervoed. Bij het grootste deel van de mensen was dit al ontstaan voor de ziekenhuisopname. Ernstig acuut gewichtsverlies van meer dan 5 kilo werd gezien bij 22 procent van de patiënten; de meeste van deze mensen (85 procent) werden opgenomen op de Intensive Care (IC). Bijna driekwart van de gehele groep mensen (73 procent) had een hoog risico op sarcopenie tijdens de ziekenhuisopname.

Behandeling in het ziekenhuis

De onderzoekers hebben naar aanleiding van de studie verschillende actiepunten geformuleerd. De diëtist moet vroegtijdig bij de behandeling worden betrokken. Bij te weinig eten, moet er op tijd overgestapt worden op enterale of parenterale voeding. Ook bij sondevoeding op de IC is de hoge voedingsbehoefte een aandachtspunt, wat om dagelijks maatwerk vraagt. Na beademing zijn er vaak slikproblemen waarbij vroegtijdige screening en herkenning nodig is. Zeker na een IC-opname is diëtistische zorg nodig in de eerste lijn of het revalidatiecentrum.

Aanbevelingen voor thuis

Na ontslag kreeg slechts 29 procent van de patiënten nog begeleiding van een diëtist. De onderzoeksgroep pleit ervoor dat ook na behandeling in het ziekenhuis de voedingsbehandeling wordt voortgezet bij mensen met ondervoeding. Patiënten en verzorgers moeten hier goed over worden geïnformeerd. Bij slikproblemen moeten textuuraanpassingen – na consultatie van een logopedist – worden overwogen. Daarnaast moet er bij mensen die lang op de IC hebben gelegen aandacht zijn voor het Post Intensive Care Syndroom (PICS). ‘Voedingszorg hoort bij de basiszorg voor deze patiënten, in het ziekenhuis, maar zeker ook in de herstelfase’, aldus de onderzoekers.

Resultaten

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift Clinical Nutrition ESPEN. Daarnaast zijn de belangrijkste resultaten terug te zien in een infographic en te bekijken via een video.

Bron: Zakboek Diëtetiek