Niet blind vertrouwen op gezondheidsapps en wearables
Gezondheidsapps en gezondheidsmeters (wearables) zijn er in verschillende soorten en kwaliteiten. Of ze een meerwaarde hebben in de zorg is nog niet duidelijk. De kwaliteit is lang niet altijd goed en deze vorm van e-health kan zelfs ongewenste neveneffecten met zich meebrengen. Dat stelt het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) in een signalement dat onlangs is aangeboden aan Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg.
Onbetrouwbare metingen
Met gezondheidsapps op een smartphone en wearables als hartslagmeters kunnen mensen zelf gegevens over hun lichaam een leefstijl meten. Als ze daarmee hun gezondheid verbeteren, zou dat tot kostenbesparing in de zorg kunnen leiden. Bovendien kan dit zelfmanagent de autonomie van patiënten versterken. Maar lang niet alle apps en wearables zijn van goede kwaliteit, zo stelt het CEG. Als gebruikers door onbetrouwbare metingen ten onterecht worden gerustgesteld, kan dat zelfs tot gezondheidsschade leiden.
Ongerustheid aanwakkeren
Ook bij het gebruik van apps en wearables die wel betrouwbaar zijn, doen zich problemen voor. Zo kan het ongerustheid aanwakkeren, waardoor gezonde mensen onnodig naar de dokter gaan. Het zorggebruik neemt dan juist toe in plaats van af. Ook kunnen gezondheidsverschillen worden vergroot. Apps en wearables zijn namelijk meestal niet toegesneden op mensen met lage digitale vaardigheden of een niet-westerse achtergrond.
Kwaliteitskeurmerk nodig
Het CEG pleit voor terughoudendheid van de overheid bij het aanmoedigen van apps en wearables. Kritische reflectie op zinnig gebruik en het voorkomen van medicalisering is nodig. Er zouden initiatieven moeten komen om betrouwbare, effectieve en toegankelijke apps en wearables te identificeren. Een kwaliteitskeurmerk kan helpen bij de keuze voor goede apps en wearables.
Bron: Gezondheidsraad
Gepubliceerd op 4 februari 2020
Door Angela Severs