‘Ministerie van VWS gaat problemen rondom GLI aanpakken’

Zorggroepen van huisartsen ervaren verschillende barrières bij de doorverwijzing naar de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI). Dat blijkt uit stageonderzoek van masterstudent Annemijn Cassee van de Vrije Universiteit Amsterdam. Begin juni heeft ze – op uitnodiging van de vereniging Arts en Leefstijl – haar resultaten gemeld aan staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS. ‘Hij zegde toe dat hij de problemen gaat aanpakken en bespreken met de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland.’

Barrières

In het kader van haar stage bij de Academie voor Leefstijl en Gezondheid (AVLEG) heeft Cassee diverse zorggroepen en huisartsen geïnterviewd over barrières bij het doorverwijzen naar de GLI en het afsluiten van contracten met leefstijlcoaches. De stage is onderdeel van haar onderzoeksmaster Management, policy analysis & entrepreneurship in health & lifesciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Cassee: ‘Over het algemeen zijn zorggroepen op inhoudelijk vlak erg enthousiast over de GLI en daarom blij met deze interventie in de basisverzekering, maar ze lopen vast op 3 punten: geen “volgbeleid” tussen zorgverzekeraars, het declaratiesysteem en het tarief.’

Volgbeleid en declaratie

Bij volgbeleid maakt de zorgverzekeraar met het meeste marktaandeel in een bepaald gebied (de preferente zorgverzekeraar) afspraken met zorggroepen in die regio. Die contracten worden dan overgenomen door andere zorgverzekeraars, waardoor zorggroepen niet met alle verzekeraars aparte afspraken hoeven te maken. Cassee: ‘In het geval van de GLI hanteren de zorgverzekeraars echter geen volgbeleid, wat administratief heel omslachtig is voor zorggroepen.’ Ook het declareren van de GLI is administratief heel lastig. Cassee: ‘Het declaratiesysteem van zorggroepen werkt met chronische zorgstandaarden, maar de Nederlandse Zorgautoriteit heeft bepaald dat voor de GLI andere standaarden, paramedische standaarden, moeten worden gehanteerd. Dat betekent in de praktijk dat er handmatig moet worden gedeclareerd. Deze administratieve obstakels staan een snelle invoering van de GLI in de weg.’

Tarief

Tenslotte vormt het tarief voor de GLI een barrière voor zowel leefstijlcoaches als zorggroepen. Cassee: ‘Het tarief dat de Nederlandse zorgautoriteit heeft vastgesteld is laag en veel zorgverzekeraars zitten daar zelfs nog onder. Leefstijlcoaches moeten veel groepen draaien om rendabel te kunnen werken. Daarnaast is er geen rekening mee gehouden dat leefstijlcoaches ook kosten moeten maken voor de locatie en het halen van een licentie voor de GLI. Zorggroepen zitten met het probleem dat zorgverzekeraars geen vergoeding geven voor het organisatorisch faciliteren. Van de Nederlandse zorgautoriteit mogen ze 10 procent aan organisatorische kosten rekenen, maar dat zou ten koste gaan van de toch al lage vergoeding voor leefstijlcoaches.’

Verwijzen huisartsen voldoende door?

Je hebt ook gesproken met verschillende huisartsen. Zijn zij gemotiveerd om patiënten door te verwijzen naar de GLI? Cassee: ‘Sommige huisartsen zeker, die zijn heel erg pro leefstijl. Andere huisartsen zijn wat meer sceptisch over een leefstijlinterventie maar ook deze groep staat niet zozeer in de weerstand om door te verwijzen. Voor doorverwijzingen is er vooral winst te halen bij de kennis van een huisarts. Deze weet namelijk niet altijd wat de GLI nou eigenlijk inhoudt en wie het aanbiedt in de regio. Daarom is het goed om als leefstijlcoach naar huisartsen in de regio toe te gaan voor een kennismakingsgesprek. Overigens verschilt de mate van doorverwijzing per regio. Zuid-Nederland is daarin al een stuk verder dan Noord-Nederland. In sommige regio’s zijn er ook nog weinig leefstijlcoaches die de GLI aanbieden.’

Op bezoek bij de staatssecretaris

Het onderzoek van Cassee heeft ook de interesse van staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS. Op 4 juni heeft Cassée haar bevindingen aan hem gemeld tijdens een meeting van VWS. Cassee: ‘Hij was nog niet bekend met de problemen, maar wil het nu wel gaan aanpakken. Rond deze tijd zijn zorgverzekeraars bezig met nieuw beleid en nieuwe contracten voor volgend jaar. Nu kunnen er nog aanpassingen worden gedaan. Hopelijk zorgt dat voor andere voorwaarden volgend jaar. Het ministerie van VWS is in ieder geval heel positief over de GLI, omdat het past bij meer preventie in de zorg. Het kost alleen altijd tijd om iets nieuws als de GLI goed uit te rollen. Ik schat zo in dat de opstartproblemen over 2 jaar allemaal zijn opgelost.’

Gepubliceerd op 14 juni 2019

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.