Met voeding gezonder een nachtdienst door

Nachtdiensten verstoren het natuurlijke ritme van slapen en eten, waardoor maag- en darmklachten, concentratieproblemen en vermoeidheid optreden. Onderzoekers van Wageningen University gaan kijken met welke frequentie van eetmomenten iemand het beste een nachtdienst doorkomt. Ook kijken ze naar de optimale samenstelling van maaltijden. 

Time to Eat 

In de zogenoemde “Time to Eat”-studie wordt tijdens een nachtdienst het effect onderzocht van geen, 1 of 3 kleine maaltijden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de uitwerking van snelle en langzame koolhydraten tijdens de nachtdienst op alertheid, maag- en darmklachten en bloedglucosewaarden. Er doen 60 verpleegkundigen en verloskundigen uit Ziekenhuis Gelderse Vallei mee. Deelnemers krijgen tijdens hun nachtdienst de maaltijden verstrekt. Daarnaast dragen deelnemers een continue glucosemeter op de buik, meten ze hun bloedglucose met behulp van een vingerprik, doen ze een alertheidstest en vullen ze vragenlijsten in over maag- en darmklachten en hongergevoelens. Ook wordt het gebruikelijke voedingspatroon buiten de nachtdiensten om in kaart gebracht.  

Etmaalstudie 

De interventiestudie Time to Eat bouwt voort op de resultaten uit de Etmaalstudie die onlangs zijn gepubliceerd in Journal of Sleep Research. Aan deze observationele studie deden 164 verpleegkundigen mee uit Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Rijnstate in Arnhem en het Deventer Ziekenhuis. Uit deze studie blijkt dat de frequentie en timing van eetmomenten en de samenstelling van de maaltijden verband houden met alertheid. Zo gaan meer eetmomenten gepaard met een verbeterde alertheid. Ook een hoge vetinname, 1 à 2 uur voor de alertheidstest, leidt tot een beter score. Als een deelnemer 1 tot 2 uur voor de test veel koolhydraten had gegeten, werd de alertheid juist minder.  

Bron: Alliantie Voeding in de zorg