Melkeiwit wordt snel ingebouwd in spier

Het spreekwoord “Je bent wat je eet” mag volgens wetenschappers van het Maastricht UMC+ voortaan wat letterlijker worden genomen. De onderzoekers vonden namelijk in het spierweefsel van gezonde vrijwilligers gelabelde aminozuren terug, die in een eerder stadium waren ingespoten bij een koe. De gelabelde aminozuren waren 5 uur na consumptie van een melkeiwit afkomstig van het dier terug te vinden in nieuw aangemaakte spieren bij de deelnemers aan het onderzoek. De resultaten van de studie zijn recent gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS ONE.

Gelabelde aminozuren

Het nauwgezet volgen van een eiwit gaat als volgt in zijn werk: allereerst worden bepaalde aminozuren voorzien van een soort chemisch vlaggetje. Deze gelabelde eiwitbouwstenen worden vervolgens bij een koe ingespoten, waar ze uiteindelijk terechtkomen in het melkeiwit caseïne in de melk van de koe. Deelnemers aan het onderzoek krijgen via een melkdrankje 20 gram van dit eiwit binnen, vergelijkbaar met de hoeveelheid in een normale maaltijd. Na consumptie breekt het menselijk lichaam het caseïne-eiwit weer af. De vrijgekomen aminozuren, die nog steeds zijn gemarkeerd met het chemische “vlaggetje”, worden vervolgens weer gebruikt voor de aanmaak van nieuwe eiwitten. Met behulp van een aantal moderne technieken kunnen de onderzoekers precies bepalen waar de aminozuren uiteindelijk terecht kwamen.

Je bent wat je zojuist hebt gegeten

Vijf uur na consumptie van het melkdrankje bleek iets meer dan de helft van de gelabelde aminozuren terug te vinden in de bloedcirculatie van de deelnemers. Daarvan werd vervolgens ongeveer 20% teruggevonden in nieuw aangemaakt spierweefsel. Omgerekend werd van de 20 gram ingenomen eiwit 2 gram rechtstreeks ingebouwd in nieuw spierweefsel. Die aminozuren zijn nog exact hetzelfde als de aminozuren die veel eerder werden ingespoten bij de koe. Je bent dus letterlijk wat je zojuist gegeten hebt, zo concluderen de onderzoekers.

Bron: Maastricht UMC+