Medicinale kracht van voeding lijkt op werking geneesmiddelen

Voedingsstoffen kunnen een vergelijkbare werking hebben als geneesmiddelen. Dat concluderen farmacologen van de Universiteit Utrecht in een omvangrijke review. Meer aandacht voor de medicinale werking van voeding kan volgens de onderzoekers helpen om veel gerichter diëten te ontwikkelen die bepaalde aandoeningen tegengaan of voorkomen.

Ontstekingsreacties

De wetenschappers inventariseerden ruim 200 onderzoeken naar het effect van voedingsstoffen op cellen in ons lichaam. Daarbij keken ze vooral naar de manier waarop voedingsstoffen kunnen binden aan receptoren van cellen, om vervolgens reacties van het immuunsysteem te beïnvloeden. Veel medicijnen werken volgens dezelfde route. De cellen reageren daarop door bijvoorbeeld het remmen van een ontstekingsreactie of juist met een allergische reactie. De focus op ontstekingsreacties is niet voor niets. In het overgrote deel van niet overdraagbare aandoeningen, zoals kanker, diabetes en hart- en longziekten, spelen ontstekingsreacties een belangrijke rol. Deze groep aandoeningen is verantwoordelijk voor ongeveer 70 procent van de sterfgevallen wereldwijd.

Pro- en anti-inflammatoire voedingsstoffen

De onderzoekers inventariseerden 15 soorten celreceptoren en de voedingsstoffen die daarop aangrijpen. Dat resulteerde in een uitvoerig overzicht van tientallen voedingsstoffen, de receptoren waarop zij aangrijpen en de immuunreacties die ze daardoor teweegbrengen. Zo kunnen vitamines, vezels en onverzadigde vetzuren ontstekingsreacties dempen, terwijl verzadigde vetzuren juist pro-inflammatoir zijn.

Farmacologen en voeding

Volgens de onderzoekers kunnen deze inzichten uiteindelijk leiden tot specifieke diëten die op maat zijn gemaakt om bepaalde aandoeningen tegen te gaan. Farmacoloog dr. Saskia Braber: ‘Je kunt bijvoorbeeld bij een bepaalde ziekte nagaan welke immuunreactie daarbij is betrokken. Vervolgens zoek je uit welke celreceptoren daarvoor verantwoordelijk zijn. En als je die receptor weet, kun je ook nagaan welke voedingsstoffen daarop aangrijpen.’ Met dit onderzoek hopen Braber en collega’s een brug te bouwen tussen farmacologen en voedingsonderzoekers. Braber: “Farmacologen accepteerden lange tijd de inzichten uit voedingsonderzoek niet. Ze beschouwden voeding als een soort onoverzichtelijke brij van stoffen en substanties die allemaal een verschillende werking hebben. De laatste tijd is die visie gaan kantelen, en zien farmacologen in dat voeding wel degelijk heel specifieke medicinale effecten kan hebben.’

Bron: Universiteit Utrecht