Langere lactatieduur door corona

Zo’n 14 procent van de vrouwen die borstvoeding geven, denkt dat de coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat ze langer dan anders moedermelk hebben gegeven. Meer rust en thuiswerken lijken daarbij een rol te spelen. Dat blijkt uit onderzoek van het Voedingscentrum onder 2.073 moeders tussen 18 en 45 jaar.

Geen invloed op keuze voor borstvoeding

In het onderzoek hebben deelnemers tussen maart 2020 en april 2021 een online vragenlijst ingevuld over borstvoeding en corona. De resultaten zijn in lijn met het Nationaal Borstvoeding Onderzoek dat vorig jaar is uitgevoerd. Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat 89 procent van de vrouwen die in coronatijd een kind kreeg, is gestart met het geven van borstvoeding. Vrijwel alle vrouwen (96 procent) geven aan dat corona geen invloed heeft gehad op de keuze om wel of geen borstvoeding te geven. Voor 16 procent was corona wel van invloed op de duur van het geven van borstvoeding: 14 procent denkt daardoor langer borstvoeding te geven en 2 procent juist minder lang. Voor deze laatste groep is minder hulp, steun of advies van professionals in coronatijd de belangrijkste reden om minder lang borstvoeding te geven.

Meer steun van partner

Belangrijke redenen om in coronatijd langer borstvoeding te kunnen geven zijn: thuiswerken, minder verplichtingen of afspraken, meer ontspanning en rust ervaren en minder hoeven kolven. Het meer thuis zijn van de partner vanwege de coronamaatregelen had ook een positieve uitwerking op het (langer) borstvoeden: vrouwen ervaarden hulp en steun. Minder kraamvisite en de daarbij behorende verplichtingen bleken ook gunstig. Vooral hoogopgeleiden en thuiswerkende vrouwen geven vaker aan door corona langer borstvoeding te hebben gegeven.

Bron: Voedingscentrum