Krijgt leefstijlbegeleiding een eerlijke kans?

Huisartsen zouden meer moeten of kunnen doen met leefstijlinterventies om mensen te begeleiden bij het verliezen van gewicht. Er gaat nu te veel aandacht naar medicatie op dit gebied. Dat beschrijft hoogleraar Preventie in de zorg Pim Assendelft in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Medicatie is niet de oplossing

In het ingestuurde commentaar zet Assendelft uiteen dat het gebruik van medicatie om gewicht te verliezen niet per se de goede weg is. Medicijnen tegen obesitas zijn in opkomst. Sinds kort worden Saxenda en Mysimba vergoed vanuit de verzekering. Maar mensen hebben dan al een ernstige vorm van obesitas en moeten vervolgens bijvoorbeeld wekelijks een subcutane injectie krijgen. Ook komen er niet veel mensen in aanmerking voor het gebruik van deze medicatie en zijn er nog onduidelijkheden over de aard en incidentie van bijwerkingen.

Meer inzet op leefstijlbegeleiding

Assendelft pleit ervoor dat leefstijlbegeleiding een faire kans krijgt, en ziet hier vooral een taak van de huisarts. De huisarts heeft over het algemeen goed zicht op de situatie van de patiënt en heeft als taak om problemen op het gebied van gezondheid en leefstijl te signaleren en bespreekbaar te maken, en bijvoorbeeld sneller en meer door te verwijzen naar de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI). Maar ook gemeentes en verzekeraars moeten een rol spelen om de processen en verwijzingen eenvoudiger te maken. Ook zou meer flexibiliteit in de GLI zinvol kunnen zijn, bijvoorbeeld met het inzetten van e-health, een grotere rol voor niet-medische professionals of vrijwilligers en eventueel aanpassing van het programma. Wetenschappelijk onderzoek hiernaar kan meer inzichten geven hierover.

Preventie

Het belangrijkst blijft preventie om te voorkomen dat mensen obesitas krijgen. Interventies als de GLI kunnen effectief zijn, maar niet genoeg om de obesitas-epidemie te keren, stelt Assendelft. Huisartsen moeten bijleren over de verschillende aspecten en ook over het motiveren en begeleiden van hun patiënten. Vroegtijdige en laagdrempelige ondersteuning bij gezonde leefstijl en een gezondere leefomgeving lijken volgens Assendelft de oplossing voor de obesitas-epidemie en bijbehorende aandoeningen.

Bron: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

Gepubliceerd op 12 september 2022

Door Marjolein Streur

Reageer op dit artikel

  1. Netty van Kaathoven 14 september 2022 at 14:16 - Reply

    Vandaag weer een client niet kunnen helpen. Een man die van een laag inkomen moet rond zien te komen en wel een BMI van 39 heeft. Hij zou niet passen in de GLI, want er speelt vooral ook emotie-eten. Maar bij mij kan hij ook niet omdat hij het aanspreken van het eigen risico niet kan betalen. Waarom moeten deze cliënten als zij de moed hebben om aan hun gezondheid te willen werken nog steeds bij de dietist (tevens leefstijlcoach & gespecialiseerd in emotie-eten en eetbuien) hun eigen risico eerst aanspreken?
    Maak de gang naar de dietist laagdrempeliger zou ik zeggen. Het is triest dat een client daarom geen hulp krijgt die hij nodig heeft. Waarom wordt deze optie niet genoemd in dit artikel? Zodat iedereen een faire kans krijgt.

    • Beroep - Diëtist
  2. Frank Conijn 14 september 2022 at 12:57 - Reply

    Helemaal eens met dat verbetering van de leefstijl de voorkeur verdient boven medicijnen. Maar de huisarts is al zwaar overbelast. Dus de diëtist en de fysiotherapeut zouden dat moeten doen.

    • Beroep - Gezondheidswetenschapper

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.