Hoe draagt voeding bij aan herstel op de ICU?

Hoe kan de juiste voeding bijdragen aan een beter herstel van ernstig zieke patiënten op de intensive care unit (ICU). Deze vraag probeerde arts-assistent Rianne Slingerland-Boot te beantwoorden tijdens haar promotieonderzoek aan de Wageningen Universiteit. Het antwoord is dat er geen standaardoplossing is en dat men niet te snel moet stoppen met (aanvullende) sondevoeding.

Verschillende fases van ziekte

Het doel van het onderzoek van Slingerland was het vergroten van kennis van professionals met betrekking tot optimale (gepersonaliseerde) voedingszorg voor volwassen patiënten op de ICU in de verschillende fases van hun ziekte; vanaf ICU-opname tot aan ziekenhuisontslag. Met als uiteindelijk streven het verbeteren van de huidige voedingsstrategieën en het voorkomen van nadelige effecten. Zij onderzocht daarom in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede hoe voeding op maat, afgestemd op de stofwisseling van patiënten, kan bijdragen aan herstel.

Voeding is therapie

Bij voedingstherapie op de ICU staat voorop dat afbraak van spiereiwitten verminderd moet worden. Hierdoor vermindert de kans op complicaties en het bevordert het herstel op de korte en lange termijn. Volgens Slingerland is er steeds meer bewijs dat voeding op maat – wat betreft tijd van voeden en hoeveelheden – belangrijk is voor ICU-patiënten. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat ernstig zieke patiënten het beste resultaat hebben wanneer hun voeding aansluit bij hun specifieke stofwisseling, zowel tijdens als na hun opname op de ICU. Het is volgens Slingerland wel een uitdaging om de juiste voeding te bieden, omdat de behoefte aan calorieën en voedingsstoffen zoals eiwitten sterk varieert tijdens een verblijf op de ICU en daarna. Er zijn volgens Slingerland tot nu toe ook geen duidelijke richtlijnen die aangeven hoe voedingsdoelen gedurende het verblijf op de ICU moeten worden aangepast.

Refeeding hypofosfatemie

Het starten van sondevoeding of parenterale voeding na een periode van slechte voedingsinname of vasten kan in een bepaalde groep patiënten leiden tot het zogeheten refeeding syndroom, wat zich kenmerkt door een laag fosfaatgehalte in het bloed en daarom ook wel refeeding hypofosfatemie (RH) wordt genoemd. Slingeland geeft een overzicht van recente onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor ICU-patiënten met (verdenking op) RH. Het controleren van het serumfosfaat (minimaal één keer per dag) in de eerste 72 uur nadat gestart is met voeding is essentieel om RH tijdig te herkennen. Als er eenmaal RH is vastgesteld, moet de calorische inname gedurende 48 uur worden beperkt tot 500 kcal/dag, naast het suppleren van elektrolyten en thiamine, het corrigeren van teveel vocht en adequate glucosecontrole.

Geen eiwitsuppletie

Slingeland bestudeerde bij RH patiënten ook het effect van de afzonderlijke macronutriënten (eiwitten, vetten en koolhydraten) op klinische uitkomsten. Hierbij is een significante associatie gevonden tussen eiwitinname tijdens de eerste 3 dagen van het verblijf op de ICU (de vroege acute fase) en de 6-maanden mortaliteit. De groep met een lage eiwitinname (≤0,71 g/kg/dag) liet de gunstigste uitkomst zien, ongeacht de energie-inname. Slingerland veronderstelt een tijds- en dosisafhankelijke relatie tussen eiwitinname en sterfte bij RH-patiënten. Dit impliceert dat, wanneer RH is vastgesteld en de totale calorische voedingsinname voor enkele dagen beperkt wordt, er in die fase geen extra eiwitsupplementen gegeven moeten worden.

Sondevoeding belangrijk voor behalen eiwitdoel

In een van de deelonderzoeken beoordeelde Slingerland de eiwitinname van patiënten die na ontslag van de ICU verbleven op een klinische afdeling. Slechts ongeveer de helft van de geïncludeerde patiënten behaalde meer dan 90 procent van de voorgeschreven eiwitdoelen. Of een patiënt het gestelde voedingsdoel haalde, bleek sterk afhankelijk van het type voedingsinname. Patiënten met alleen orale voedingsinname na ontslag van de ICU  behaalden (ondanks medische drinkvoeding) minder vaak hun voedingsdoelen. Patiënten die na ontslag van de ICU (aanvullende) sondevoeding voortzetten, behaalden allemaal meer dan 90 procent van hun eiwitdoelen. De belangrijkste reden om sondevoeding te staken bij ontslag van de ICU was de inschatting dat het wel goed zat met de inname van calorieën en eiwitten. Slingerland stelt voor om de voedingsinname dagelijks te monitoren en sondevoeding alleen te stoppen wanneer de orale voedingsinname volgens berekening voldoende is. Ze adviseert niet af te gaan op inschattingen. Wanneer de voedingsdoelen niet worden bereikt na het staken van sondevoeding, zou het hervatten daarvan volgens haar in bepaalde situaties overwogen moeten worden.

Bron: Proefschift Quest for the Best

Gepubliceerd op 31 maart 2025

Door Mary Stottelaar

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.